E-mail: gemeente@halderberge.nl - Telefoon 14 0165
Bezoekadres: Parklaan 15, 4731 GJ Oudenbosch
Postadres: Postbus 5, 4730 AA Oudenbosch
Website: www.halderberge.nl
Op 18 april 2019 heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel van het college om de verplaatsing van dorpshuis Het Kompas naar de kerk St Jan de Doper in Hoeven nader uit te werken. Hiervoor is een voorbereidingskrediet van € 100.000 beschibaar gesteld en een krediet van € 3 miljoen. voor de daadwerkelijke verplaasting en realisatie in 2021. De exploitatiekosten van het dorpshuis genereren een opbrengst waarmee een deel van de kapitaallasten kunnen worden gedekt.
Het onderzoek naar de dorpshuisfunctie in Bosschenhoofd wordt uitgevoerd in 2020. Dit is absusievelijk in 2019 geraamd.
Conform het raadsbesluit van 18 april 2019 worden de financiële gevolgen van het raadsbesluit over de aanvullende kredieten van € 930.000 voor de bouwkosten en € 385.000 voor de fiscale consequenties in de Zomernota meegenomen. Het gaat om een verhoging van de kapitaallasten met € 66.000 vanaf 2021. Aangezien de planning een jaar doorschuift geeft dit voor 2020 een incidenteel voordeel van € 38.000.
Op basis van de afrekening van de energielasten van de Vossenberg van voorgaande jaren, wordt voor 2019 € 30.000 aan energielasten bijgeraamd.
Met ingang van 2018 is een uniform huurtarief voor de gemeentelijke gebouwen ingevoerd. Om verenigingen en organisaties in te laten groeien naar het werkelijk huurbedrag, ontvangen zij een jaarlijkse, afbouwende bijdrage in de huisvestingskosten. De afbouw van de bijdrage in huisvesting was bij een aantal verenigingen en organisaties niet goed in begroting opgenomen. Middels deze bijstelling wordt dit gecorrigeerd.
Het budget voor de inspecties in het kader van de Wet Kinderopvang dient met ingang van 2019 structureel te worden verhoogd met € 7.000. Het toezicht en de handhavingsopdrachten worden uitgevoerd door de GGD West-Brabant waarbij het minimale wettelijke pakket wordt afgenomen. Hierdoor voldoet de gemeente Halderberge aan de wettelijke gestelde eisen.
De subsidie aan Slachtofferhulp over 2017 is in 2017 niet uitbetaald. Deze subsidie wordt alsnog in 2019 uitbetaald.
De deelnemersbijdrage aan de GGD valt in 2020 circa € 14.000 lager uit. Het voordeel voor 2020 wordt o.a. veroorzaakt doordat de gemeente specifieke afspraken circa € 10.000 lager uitvallen als gevolg van een efficiencyvoordeel op de JGZ taken 0 - 4.
Voor de GGD is de BTW een kostenpost. Zij rekent de BTW-kosten jaarlijks door naar de deelnemers. De gemeenten kunnen deze BTW terugvorderen via het BTW-compensatiefonds. Op basis van ervaringscijfers over de afgelopen jaren wordt de hoogte van het terug te vorderen bedrag verlaagd naar € 8.500.
Op basis van de herziene begroting 2019 en de begroting 2020 van WVS-Groep wordt de raming van de bijdrage aan WVS-Groep aangepast. Ten opzichte van de geraamde bijdragen in de begroting 2019 van de gemeente Halderberge ontstaat voor 2019 een voordeel van € 39.000 en voor de jaren 2020 t/m 2023 een voordeel wat afloopt van € 85.000 in 2019 tot € 1.000 in 2023.
De raming van de uitgaven voor jeugdzorg is geactualiseerd op basis van de regionale werkbegroting jeugdzorg 2019, de realisatie 2018 en de actuele zorgkosten- en toekenningen in de eerste vier maanden van 2019. Per saldo wordt het budget voor jeugdzorg met ca. € 290.000 per jaar verhoogd.
De bijstelling betreft met name de kosten van de jeugdzorgarrangementen. Het aantal jeugdigen dat jeugdhulp nodig heeft en de intensiteit van de in te zetten jeugdhulp is vooraf niet volledig in te schatten in aantallen en bedragen. Jeugdprofessionals kijken samen met het gezin wat zij zelf kunnen (waar nodig met ondersteuning van hun netwerk). Als de zorgvraag te groot en/of te complex is, zal de jeugdprofessional zelf begeleiding bieden, waar nodig met aanvullende specialistische jeugdhulp.
Voor de jaren 2019 tot en met 2021 heeft het Rijk extra middelen beschikbaar gesteld voor jeugdzorg. Zie ook de toelichting op de uitkering uit het gemeentefonds bij de Algemene dekkingsmiddelen.
Met ingang van 2019 is de eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen niet meer inkomensafhankelijk. De eigen bijdrage bedraagt altijd € 17,50 per periode van vier weken. Als gevolg hiervan neemt het beroep op de Wmo-voorzieningen toe, met name voor hulp bij het huishouden. Daarnaast blijven ouderen steeds langer zelfstandig thuis wonen waardoor zij ook langer van de Wmo-voorzieningen gebruik maken. De kosten voor hulp bij het huishouden nemen hierdoor toe met ca. € 95.000 per jaar.
In de eerste maanden van 2019 is meer gebruik gemaakt van de dienstencheques voor huishoudelijke hulp dan geraamd. Op basis hiervan komen de kosten over het hele jaar 2019 ca. € 23.000 hoger uit.
In de Jaarrekening 2018 is aangegeven dat de kosten voor begeleiding zijn gestegen als gevolg van een toenemend aantal cliënten. Dit komt mede doordat onze inwoners de gemeente beter weten te vinden met hun vraag. Ook is de samenwerking van de wijkteams met andere professionals verbeterd waardoor dit ook leidt tot een eerdere onderkenning van ondersteuningsvragen van onze inwoners. De toename van het beroep op de Wmo-voorziening begeleiding dat hierdoor in 2018 is ontstaan heeft een structureel effect en leidt tot een stijging van de uitgaven voor begeleiding met ca. € 150.000 per jaar.
Op basis van de begroting 2020 van de RWB wordt de geraamde bijdrage voor de deeltaxi aangepast. Dit betekent een voordeel van ca. € 50.000 per jaar.
De afspraak tussen de VNG en de zorgverzekeraars met betrekking tot de afkoop van het regresrecht is met ingang van 2019 komen te vervallen en wordt niet verlengd. Gemeenten ontvangen hiervoor dan ook geen vergoeding meer.
In de begroting 2019 is rekening gehouden met een bijdrage van € 200.000 per jaar aan de centrumgemeente Bergen op Zoom voor beschermd wonen. Door het inzetten van een aantal beheersmaatregelen en doordat er extra middelen van het Rijk worden ontvangen, is er geen aanvullende bijdrage van de gemeenten meer nodig.
Op basis van het nader voorlopig budget 2019 daalt de rijksbijdrage BUIG (gebundelde uitkering Participatiewet, IOAW, IOAZ en BBZ) met € 226.000 ten opzichte van het voorlopig budget wat in de Begroting 2019 is opgenomen. In de Begroting 2019 werd echter al wel rekening gehouden met een daling de rijkbijdrage met € 100.000 in 2019, oplopend tot € 300.000 vanaf 2021. Hierdoor bedraagt de bijstelling per saldo € 126.000 negatief in 2019, oplopend tot € 84.000 positief vanaf 2021.
Op basis van de Begroting 2020 van het Werkplein wordt de raming van de programmakosten bijgesteld. Dit betreft de kosten voor de programma's Werk en participatie, Inkomen en Inkomensondersteuning. Vanaf 2020 worden de programmakosten met ca. € 272.000 verhoogd. De belangrijkste oorzaken van deze stijging zijn de verwachte toename van het minimumloon (ca. € 250.000 nadelig programma Inkomen), een stijging van de verstrekte loonkostensubsidies (ca. € 200.000 nadelig programma Inkomen) en een verwachte daling van het bestand met 2,4% in 2019 en 1% in 2020 (ca. € 200.000 voordelig programma Inkomen).
Voor 2019 worden de geraamde kosten bijgesteld op basis van de 1e Bestuursrapportage 2019 van het Werkplein. In de 1e Bestuursrapportage wordt een overzicht gegeven van de baten en lasten op basis van het eerste kwartaal van 2019. Het Werkplein heeft hiervoor nog geen begrotingswijziging opgesteld maar stelt voor om in de 2e Bestuursrapportage 2019 een prognose op basis van het eerste half jaar op te nemen en, indien nodig, daarbij dan ook een begrotingswijziging aan te bieden. Vooruitlopend daarop schatten wij in dat de programmakosten in 2019 ca. € 78.000 hoger uitkomen dan in de Begroting 2019 was opgenomen.
Op basis van de Begroting 2020 van het Werkplein wordt de raming van de bedrijfsvoeringskosten met ca. € 40.000 per jaar verhoogd. De belangrijkste oorzaken van deze stijging zijn een toename van de loonkosten en een toename van de ICT kosten voor DIV.
De Jaarrekening 2018 van het Werkplein sluit met een positief resultaat van € 266.067. Hiervan blijft een bedrag van € 200.000 beschikbaar voor het Werkplein, zodat in 2019 de benodige investeringen in digitalisering gedaan kunnen worden. Het resterende resultaat ad € 66.067 wordt terugbetaald aan de deelnemende gemeenten. Voor Halderberge betekent dit dat een bedrag van ca. € 8.000 terug wordt ontvangen.
Op basis van de subsidieverordening wordt jaarlijks een subsidie verleend aan de stichting Surplus Welzijn voor het verrichten van diverse activiteiten, waaronder het Jongerenwerk. Binnen het jongerenwerk is er een verschuiving zichtbaar van een meer groepsgerichte aanpak naar meer individuele vragen om ondersteuning. Via een integrale en methodische werkwijze wordt een toeleiding naar hulpverlening, werk en/of scholing verzorgd. Om zowel de groeps- als individuele aanpak mogelijk te laten maken heeft de gemeente in 2019 aanvullend een assistent jongerenwerker gesubsidieerd. Deze werkwijze van het jongerenwerk werpt zijn vruchten af. Om dit mogelijk te blijven maken dient het subsidiebudget voor 2020 te worden verhoogd met € 25.000. Een eventuele structurele voortzetting wordt meegenomen bij de herijking van de welzijnssubsidies.
Op 1 juli 2020 treedt de nieuwe wet Inburgering inwerking. Door de komst van de veranderopgave Inburgering veranderen waarschijnlijk ook de huidige werkzaamheden van Vluchtelingenwerk. Vanwege de komst van de nieuwe wet, wordt de basissubsidie met ingang van 2019 verhoogd naar € 47.400 zodat de kwalitatief goede dienstverlening gehandhaafd blijft. Met de verdubbeling van het basisbedrag kan de coördinator 16 uur per week ingezet worden en is er een openstelling van 2 dagen gegarandeerd.
Zorgaanbieders Surplus en Groenhuysen hebben de geïndiceerde dagbesteding voor ouderen bij wijze van pilot omgevormd naar een algemene voorziening, de Huiskamers van Halderberge. Met dit initiatief wordt vorm gegeven aan de kanteling waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van voorzieningen die voor iedereen toegankelijk zijn. In 2018 en 2019 is incidenteel een subsidie van € 266.000 beschikbaar gesteld voor de pilot Huiskamers Halderberge. In 2019 vindt een evaluatie plaats waarna besloten wordt of en in welke vorm de pilot structureel wordt voortgezet.
Conform de Zomernota 2018 is in de Begroting 2019 opgenomen dat de kosten van de incidentele subisidies voor jeugd- en jongerenwerk (€ 55.375), zorginfrastructuur voor ouderen (€ 165.000) en de pilot Huiskamers Halderberge (€ 266.000) worden onttrokken aan de reserve sociaal domein. Zoals aangegeven in de Jaarrekening 2018 is het saldo van de reserve sociaal domein ultimo 2018 € 0, als gevolg van het nadelig saldo op de decentralisaties in 2018. Het is dan ook niet mogelijk om in 2019 kosten uit deze reserve te dekken. Daarom wordt voorgesteld de kosten van de incidentele subsidies te dekken uit de algemene reserve.
In de Programmabegroting 2019 zijn de uitgangspunten financiën sociaal domein opgenomen. Eén van de uitgangspunten was om in de jaren 2020 t/m 2022 jaarlijks een bedrag van € 150.000 te storten in de reserve sociaal domein. Dit bedrag was het positieve verschil op het sociaal domein voor de meerjarenraming bij het opstellen van de Begroting 2019. Zoals hiervoor aangegeven en toegelicht worden in deze Zomernota voor diverse onderdelen binnen het sociaal domein hogere kosten geraamd, waarmee het positief verschil uit de Begroting 2019 tenietgedaan wordt. Daarom wordt voorgesteld om de storting in de reserve sociaal domein te laten vervallen.
Het nieuwe beleidsplan voor het sociaal domein is op 13 december 2018 vastgesteld door de gemeenteraad. In het beleidsplan is bepaald “wat” we willen bereiken in het sociaal domein. Hoe we dat gaan doen wordt ieder jaar in een uitvoeringsprogramma vastgelegd. Onderdeel van het uitvoeringsprogramma zijn onder meer de activiteiten van het platform belangenbehartiging dementie. Voor het jaar 2019 sluit het lokale platform aan bij het regionale Dementienetwerk West Brabant. De kosten hiervan bedragen in 2019 € 5.000.
Het nieuwe beleidsplan voor het sociaal domein is op 13 december 2018 vastgesteld door de gemeenteraad. In het beleidsplan is bepaald “wat” we willen bereiken in het sociaal domein. Hoe we dat gaan doen wordt ieder jaar in een uitvoeringsprogramma vastgelegd. Onderdeel van het uitvoeringsprogramma is onder meer de aanpak tegen eenzaamheid door middel van het uitvoeringsprogramma Naar een hechte gemeenschap. Hierin zijn zowel landelijke aandachtspunten opgenomen als het bezoek van alle 75+- ers en het vormen van een lokale coalitie tegen eenzaamheid. Daarnaast wordt nagestreefd aan te haken bij de landelijke aanpak Eén tegen eenzaamheid om zo meer aandacht te krijgen voor bewustwording via gerichte (landelijke) communicatie. De kosten van het uitvoeringsprogramma Naar een hechte gemeenschap bedragen in 2019 € 30.000.
In de begroting is jaarlijks een bedrag van € 70.000 aan gemeentelijke middelen opgenomen voor minimabeleid en armoedebestrijding. De laatste jaren is dit budget verhoogd met middelen die van het rijk specificiek hiervoor worden ontvangen. De totale rijksbijdrage (Klijnsma-gelden, decentralisatie-uitkering armoedebestrijding kinderen en decentralisatie-uitkering armoede en schulden) bedraagt voor 2019 ca. € 190.000. Dit biedt voldoende ruimte om alle kosten van susbidies en projecten op het gebied van minimabeleid en armoedebestrijding te kunnen dekken. Het inzetten van gemeentelijke middelen is hiervoor niet langer noodzakelijk.
In het voordelig resultaat van WVS-Groep over 2018 is een bedrag van € 1,3 miljoen meegenomen aan te verwachten compensatie voor transitievergoedingen die zijn betaald bij ontslagen wegens langdurige ziekte. Deze compensatie zal naar verwachting pas in 2020 of 2021 door het UWV aan WVS-Groep worden uitgekeerd. Omdat de compensatie nog niet daadwerkelijk is ontvangen, heeft het Dagelijks Bestuur bij de Jaarrekening 2018 voorgesteld om het bedrag van € 1,3 miljoen voorlopig in een bestemmingsreserve te storten. De daadwerkelijk uitgekeerde compensatie (minus de in rekening gebrachte hogere werkgeverspremie) zal dan in 2022 (bij vaststelling van de Jaarrekening 2021) aan de deelnemende gemeenten worden uitgekeerd.
In 2019 vindt een aanbesteding plaats voor huishoudelijke ondersteuning. Op dit moment is nog onbekend wat de financiële consequenties hiervan zijn.
De tarieven voor de Maatwerkvoorziening Wmo Begeleiding zijn de afgelopen twee jaar niet of gedeeltelijk geïndexeerd. Aanbieders blijven het signaal afgeven dat de tarieven onder druk komen te staan door met name de stijgende loonkosten en dat een compensatie in de vorm van een prijsindexering noodzakelijk is. In het werkplan 2019 is één van de deelprojecten de tarieven voor 2020. Contractmanagement en een afvaardiging van de werkgroep begeleiding hebben dit traject samen opgepakt. Medio 2019 vindt hierover besluitvorming plaats.