Aanbiedingsbrief

Inleiding

Hierbij bieden wij u de Programmabegroting 2025 en de meerjarenraming 2026 - 2028 aan.

In deze programmabegroting geven wij de beleidskaders en de financiële kaders voor het komende begrotingsjaar aan. Aan de basis voor de Begroting 2024 staan het Collegewerkprogramma 2022-2026, Samen aan de Slag! en de Zomernota 2024.

Verder heeft u bij de vaststelling van de Zomernota 2024 in het onderdeel “Kadernota 2025” de uitgangspunten voor de Begroting 2025 vastgesteld.

Indeling Programmabegroting 2025

De Programmabegroting bestaat uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. De beleidsbegroting is onderverdeeld in een programmaplan en paragrafen.

In het programmaplan zijn per programma de speerpunten aangegeven die zijn opgenomen in het Collegewerkprogramma 2022-2026, Samen aan de Slag! Vervolgens wordt voor het jaar 2025 aangegeven welke activiteiten ondernomen worden om bij te dragen aan het bereiken van deze speerpunten. De beleidslijnen van een aantal aspecten van het beheersproces treft u aan in de paragrafen.

In de financiële begroting geven wij u een toelichting op de financiële positie van de gemeente in de komende vier jaar.

Financieel meerjarenbeeld

Op 4 juli 2024 heeft de gemeenteraad de Zomernota 2024, met daarin de Kadernota 2025, vastgesteld. Bij de Zomernota 2024 werd voor de jaren 2025 en 2028 een positief sluitende begroting verwacht en werd voor de jaren 2026 en 2027 een negatief sluitende begroting verwacht.

Na de vaststelling van de Zomernota 2024 heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan, waardoor het financieel beeld voor de jaren 2025 - 2028 is gewijzigd ten opzichte van de Zomernota 2024. In de uiteenzetting financiële positie zijn alle mutaties ten opzichte van de Zomernota 2024 toegelicht. Hierbij is ook een aantal onzekerheden uit de Zomernota verder geconcretiseerd. Enkele onderwerpen worden nog verder uitgewerkt en zijn als PM-post opgenomen.

In de voorliggende Programmabegroting 2025 sluiten zowel het begrotingsjaar 2025 als het laatste jaar van de meerjarenraming, 2028, met een positief saldo. Voor de jaren 2026 en 2027 resteert nog een negatief saldo.

Samenvattend ontstaat voor de jaren 2025 – 2028 het volgende beeld.
2025: 1.737.000 positief
2026: 1.022.000 negatief
2027: 84.000 negatief
2028: 284.000 positief

Het begrotingsjaar 2025 is ook reëel sluitend, zoals het overzicht incidentele baten en lasten laat zien. Dit betekent dat structurele lasten gedekt worden met structurele baten.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing worden de risico’s afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Zoals in de Zomernota 2024 is aangegeven, heeft er naast een inventarisatie van nieuwe risico’s ook een herijking van de bestaande risico’s plaatsgevonden.

Het weerstandsvermogen is nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van de Begroting 2024 en blijft in de categorie hoog. De ratio van het weerstandsvermogen is voor 2025 berekend op 4,46.

Lastendruk inwoners

In de paragraaf lokale heffingen wordt uitgebreid ingegaan op de verschillende lokale lasten en de lastendruk voor de inwoners.

  • De tarieven van de OZB stijgen met het inflatiepercentage van 3%, waarna bij het opstellen van de verordening voor 2025 een correctie plaatsvindt voor de waardeontwikkeling.

  • De afvalstoffenheffing is gebaseerd op het in april 2024 vastgestelde Afvalbeleidsplan 2024-2028.

    • Er is uitgegaan van 100% kostendekkendheid.

    • Het tarief voor de afvalstoffenheffing bestaat uit een vast en een variabel deel: het vaste deel is voor iedere belastingplichtige gelijk, het variabele deel van het tarief wordt bepaald door de wijze van aanbieding van het afval, via een container of via inworp in een ondergrondse container, en het volume van de container, 140 of 240 liter.

    • De tarieven van de afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal van 10 ledigingen per jaar voor een 140-liter container en 12 ledigingen per jaar voor een 240-liter container. Voor het aantal inworpen in een ondergrondse container is uitgegaan van 38.

  • De rioolheffing is gebaseerd op het in september 2023 vastgestelde Gemeentelijk Waterprogramma
    2024 - 2027 (GWP).

    • Er is uitgegaan van 100% kostendekkendheid.

    • In de jaren 2025 tot en met 2027 wordt een onttrekking aan de voorziening overschotten riolering gedaan om de tariefstijging van de rioolheffing te beperken. Deze voorziening is in de afgelopen jaren opgebouwd uit overschotten op de rioolheffing en vrijval van de spaarvoorziening en voorziening kapitaallasten, zoals opgenomen in het nieuwe GWP. Met het inzetten van de voorziening om de tariefstijging te beperking, worden deze middelen teruggegeven aan de inwoners.

In 2025 stijgen de woonlasten ten opzichte van 2024 met 6,6% voor meerpersoonshuishoudens met een huurwoning en met 5,4% voor meerpersoonshuishouden met een eigen woning. Voor eenpersoonshuishouden stijgen de woonlasten met respectievelijk 6,6% en 5,2%.

Conclusie

De Programmabegroting 2025 laat een positieve ontwikkeling zien. Ten opzichte van de Zomernota 2024 zijn de begrotingssaldi voor de jaren 2025 - 2027 verbeterd. Zowel het begrotingsjaar 2025 als het laatste jaar van de meerjarenraming, 2028, sluiten met een positief saldo. Voor de jaren 2026 en 2027 resteert nog een negatief saldo. De ambities uit het collegewerkprogramma 2022-2026, Samen aan de slag! zijn financieel vertaald in de begroting en er is voor zover mogelijk rekening gehouden met de stijgende kosten door indexering van lonen en prijzen. Het overzicht incidentele baten en lasten laat zien dat het begrotingsjaar 2025 ook reëel en structureel sluitend is en het weerstandsvermogen blijft in de categorie hoog.

Het OZB-tarief stijgt enkel met het inflatiepercentage en de tariefstijging van de rioolheffing wordt beperkt door het inzetten van de voorziening die afgelopen jaren is opgebouwd. De stijging van de totale lastendruk voor de inwoners blijft hierdoor in 2025 beperkt tot maximaal 6,6%.

Burgemeester en Wethouders,

Oudenbosch, 15 oktober 2024

Top