In de gemeenteraadsvergadering van 5 juni 2021 is het beleid voor de jaren 2022 tot en met 2026 vastgesteld. Voor het opstellen van het plan zijn eind 2020-begin 2021 wegeninspecties uitgevoerd. Eind 2022 is de nieuwe (tweejaarlijkse) wegeninspectie opgestart om de onderhoudstoestand van de verhardingen weer opnieuw in kaart te brengen. Naar aanleiding van de kaderstellende uitspraken door de raad wordt er een vijfjarenplanning voor 2022 en verder opgesteld en voorgelegd aan het college. Gekozen is voor een kwaliteitsmodel waarbij op basis van de ernst en omvang de reparaties aan verhardingen worden uitgevoerd en waarbij er dus geen prioriteitsstelling wordt aangehouden voor bepaalde wegen. Hierbij is de ondergrens voor het onderhoudsniveau C-kwaliteit, zoals vastgesteld door het CROW. Er wordt niet extra geïnvesteerd op trottoirs en fietspaden. In het huidige en nieuwe beleid wordt met name ingegaan op de aanpak van klein onderhoud waardoor groot onderhoud en mogelijk ook investeringen worden uitgesteld.

Voor het behalen van het minimale onderhoudsniveau van C (CROW) zal de wegenplanning leidend zijn om eventueel werk met werk te maken. Een ideale combinatie van werk met werk maken kan dan alleen als de desbetreffende weg ook voorkomt op de onderhoudsplanning voor groot onderhoud 2022-2026.

Doordat het budget voor klein onderhoud ook wordt verhoogd kunnen er veel kleinschalige oneffenheden worden weggehaald en kan er ook worden geïnvesteerd op het voorkomen van groot onderhoud aan wegen.

Aanvullend kan worden aangegeven dat in 2022, bij aanvang van het nieuwe college, er vanaf 2023 extra middelen beschikbaar zijn gesteld om de kwaliteit van trottoirs en fietspaden een extra impuls te geven. Met de lopende wegeninspectie wordt er ook een apart rapport gemaakt over de bestaande onderhoudstoestand van trottoirs en fietspaden en wordt ook inzichtelijk gemaakt wat de extra kosten zouden moeten zijn voor deze extra impuls.

Top