2.1.3 Onroerendezaakbelasting (OZB)

Alle eigenaren van woningen en alle eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen onroerendezaakbelasting. De grondslag van de belasting is de waarde van een woning of niet-woning. Deze waarde wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. De aanslagen 2023 zijn naar de waardepeildatum 1 januari 2022 vastgesteld.

Opbrengst OZB 2023

In onderstaand overzicht vindt u een specificatie van de OZB-opbrengsten die in 2023 zijn verantwoord (x 1.000).

Opbrengst OZB

Primaire begroting 2023

Begroting 2023 incl. wijziging

Realisatie 2023

Verschil

V/N

OZB eigenaren woningen

3.918

3.885

3.891

6

V

OZB eigenaren niet-woningen

2.177

2.320

2.339

19

V

OZB gebruik niet-woningen

1.610

1.730

1.846

117

V

Totaal OZB

7.706

7.934

8.076

142

V

Het is gebruikelijk dat tussen begroting en werkelijkheid verschillen optreden. Bij het opstellen van de begroting wordt zo goed mogelijk rekening gehouden met de factoren die van invloed zijn op de OZB opbrengst, zoals de waarde van de onroerende zaken, verwachte leegstand, verbouwingen en nieuwbouw. Deze zaken kunnen in werkelijkheid anders zijn. U kunt hierbij denken aan een waardeontwikkeling die hoger of lager is dan gemiddeld, verschillen in leegstand, ingediende bezwaren tegen de waarde en vertraging in de bouw of verbouw.

De opbrengst van de OZB is bij de Najaarsnota 2023 al bijgesteld op basis van de halfjaarrapportage 2023 van de BWB. Reden was dat bij het vaststellen van de tarieven voor 2023 bij de niet-woningen uitgegaan was van een verwachte gemiddelde waardestijging van 0,5%. In werkelijkheid was de waardestijging gemiddeld 2,6%. Verder is bij het opstellen van de begroting uit oogpunt van voorzichtigheid bij niet-woningen geen rekening gehouden met areaaluitbreiding. In werkelijkheid was die er wel op de waardepeildatum 1 januari 2022, waaronder enkele grote gebouwen met een hoge WOZ waarde op Borchwerf II. De werkelijke opbrengst over 2023 is om dezelfde redenen nog iets hoger uitgevallen.

Top