Bij het opstellen van het Collegewerkprogramma Samen Vooruit! 2018 – 2022, en in het verlengde daarvan de Programmabegroting 2019, is een eerste start gemaakt met het concreter beschrijven van de speerpunten, doelstellingen en activiteiten.

Daarbij is ook de ambitie uitgesproken om de begroting verder door te ontwikkelen door het opnemen van kengetallen en/of indicatoren. In de Begroting 2019 zijn enkel de verplicht voorgeschreven BBV-indicatoren opgenomen. Dit zijn echter indicatoren die niet één op één aansluiten bij onze lokale beleidsdoelstellingen. Eigen indicatoren ontbreken, waardoor het feitelijk niet mogelijk is om de kwaliteit en de resultaten van het gevoerde beleid te meten.

Het streven is om in de Programmabegroting 2020 een set van eigen en BBV-indicatoren op te nemen.

Doel werken met beleidsindicatoren

Het doel van de beleidsindicatoren is om een inhoudelijke discussie tussen het college en de raad op gang te brengen; waarom wijken onze cijfers af van vergelijkbare gemeenten, wat zijn de prioriteiten voor het komende jaar, hoewillen we de ontwikkeling van de trend zien, wat zeggen de cijfers over het behalen van de speerpunten, etc.

Uitgangspunt is een uniforme set aan indicatoren met het zelfde doel en/of vorm (effect, prestatie, etc). Dit kunnen bestaande en/of nieuw te formuleren indicatoren zijn. De set bestaat uit een combinatie van BBV indicatoren en eigen indicatoren. Deze worden hieronder toegelicht.

Set aan indicatoren
  • BBV-indicatoren
    De BBV-indicatoren zijn op dit moment de enige indicatoren die in de programmabegroting zijn opgenomen. Het doel van de deze indicatoren is om de begroting en jaarverslagen beleidsmatiger te maken, zodat raadsleden op de belangrijke momenten in de planning & control cyclus zich een beeld kunnen vormen over behaalde en te behalen beleidsresultaten. Daarnaast maakt het opnemen van de verplichte indicatoren het mogelijk om gemeenten onderling met elkaar te vergelijken. Kanttekening hierbij is dat niet alle beleidsindicatoren even relevant zijn voor onze gemeente, aangezien ze niet één op één aansluiten bij het lokale beleid en de beleidsdoelstellingen. Bij de ontwikkeling van nieuw beleid kan uiteraard waar mogelijk wel aansluiting worden gezocht bij deze indicatoren, zodat een meer directe relatie ontstaat tussen het lokale beleid en de verplichte indicatoren.
  • Eigen indicatoren
    In het Collegewerkprogramma zijn bij de programma’s diverse speerpunten en / of maatschappelijke effecten geformuleerd. De speerpunten vormen het ideale uitgangspunt om voor een eerste set aan lokale beleidsindicatoren. Op deze manier is meteen goed te meten wat de resultaten zijn van de koers van het Collegewerkprogramma over de periode 2018 - 2022.

Per programma worden maximaal 3 indicatoren opgenemen, gebaseerd op de speerpunten uit het collegewerkprogramma. Hierbij is aandacht voor de integraliteit en het aan de voorkant betrekken van de uitvoerende teams.

Groeimodel

De set van indicatoren is een eerste aanzet. Het betreft een groeimodel en kan de komende jaren verder worden uitgebouwd.

Top