E-mail: gemeente@halderberge.nl - Telefoon 14 0165
Bezoekadres: Parklaan 15, 4731 GJ Oudenbosch
Postadres: Postbus 5, 4730 AA Oudenbosch
Website: www.halderberge.nl
De meicirculaire 2022 geeft een actueel beeld van de uitkeringen uit het gemeentefonds voor de jaren 2022 tot en met 2026. In onderstaande tabel treft u de mutaties van de algemene uitkering ten opzichte van de Begroting 2022 aan op basis van de meicirculaire 2022 en de geactualiseerde aantallen eenheden van de diverse verdeelmaatstaven (x € 1.000). De decentralisatie- en integratie-uitkeringen zijn in beginsel vrij besteedbaar, maar in de praktijk staan daar wel lasten (van ongeveer vergelijkbare omvang) tegenover elders in de begroting. Vervolgens worden een aantal aspecten uit de meicirculaire nader toegelicht.
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|
Algemene uitkering | 2.921 | 7.067 | 7.076 | 8.724 | 5.986 |
Overige uitkeringen | 637 | -875 | -883 | -903 | -1.108 |
Totaal Gemeentefonds | 3.558 | 6.192 | 6.192 | 7.821 | 4.877 |
Toevoeging reserve compensatie coronacrisis | -44 | ||||
Extra lasten agv taakmutaties en toegenomen decentralisatie- en integratie-uitkeringen | -1.524 | -441 | -435 | -421 | -222 |
Vervallen stelpost extra bijdrage jeugdzorg | -1.473 | ||||
Totaal mutaties uitkeringen gemeentefonds | 1.990 | 4.279 | 5.758 | 7.400 | 4.655 |
Inmiddels is het nieuwe kabinet Rutte IV van start gegaan. In het coalitieakkoord is afgesproken dat voor de jaren 2022 tot en met 2025 (de huidige kabinetsperiode) de normeringssystematiek weer wordt toegepast: een koppeling tussen de (accresrelevante) rijksuitgaven en de omvang van het gemeentefonds. Er is in het coalitieakkoord echter ook afgesproken dat het gemeentefonds vanaf 2026 niet langer via de normeringssystematiek geïndexeerd wordt. Daarmee vervalt vanaf 2026 de koppeling aan de (accresrelevante) rijksuitgaven. Er wordt vanaf 2026 wel een nominale index toegepast (een compensatie voor de gestegen lonen en prijzen). Dit verklaart in bovenstaande tabel ook de lagere stijging van de algemene uitkering voor het jaar 2026 ten opzichte van de jaren daarvoor.
Het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet, maar ook de besluitvorming naar aanleiding van de Voorjaarsnota van het Rijk 2022 (o.a. hogere defensie-uitgaven, koppeling AOW aan ontwikkeling wettelijk minimumloon, hogere inflatie), resulteren in een forse stijging van de (accresrelevante) rijksuitgaven. Via de trap-op-trap-af-systematiek leiden deze stijgende (accresrelevante) rijksuitgaven ook tot een (forse) stijging van de omvang van het gemeentefonds. Een mutatie van de omvang van het gemeentefonds (accres) werkt structureel door naar de volgende jaren: een stijging van de omvang in een jaar heeft dus een cumulatief effect. Ten opzichte van de stand van de Miljoenennota 2022 stijgt het accres voor het jaar 2025 in totaal met zo'n € 5,22 miljard.
Het nieuwe kabinet heeft ook besloten om de voorgenomen ophoging van de opschalingskorting voor de periode 2023 tot en met 2025 te schrappen. Dit betekent dat de opschalingskorting in deze kabinetsperiode niet verder oploopt. Voor het jaar 2022 was de oploop van de opschalingskorting overigens ook al geschrapt. Het schrappen van de oploop van de opschalingskorting resulteert in een toename van de omvang van het gemeentefonds, omdat er in eerdere berekeningen wel rekening is gehouden met deze oploop.
Aan het gemeentefonds zijn de extra middelen voor de woningbouwimpuls en de volkshuisvesting, die onderdeel zijn van het coalitieakkoord, onttrokken voor de jaren 2023 tot met 2025. In totaal gaat het om zo'n € 750 miljoen.
Het kabinet heeft besloten om voor 2023 incidenteel € 1,445 miljard aan extra middelen voor de jeugdzorg beschikbaar te stellen via een eenmalige toevoeging aan het gemeentefonds (deze extra middelen voor 2023 komen overeen met het advies van de Commissie van Wijzen). Verder heeft het kabinet besloten dat de extra besparingen die het kabinet in het jeugddomein heeft opgenomen (coalitieakkoord) een rijksverantwoordelijkheid is. Deze extra besparingen uit het coalitieakkoord komen, financieel gezien, dus niet voor rekening van de gemeenten.
Het coalitieakkoord en de besluitvorming bij de Voorjaarsnota van het Rijk 2022 resulteert voor onze gemeent, maar ook voor andere gemeenten, in een forse opwaartse bijstelling van de meerjarenraming van de uitkeringen uit het Gemeentefonds ten opzichte van de begroting 2022 (zie bovenstaande tabel). Afgezien van een aantal grote taakmutaties, zoals de extra middelen voor de jeugdzorg in 2023 (afgerond € 2,2 miljoen), de eenmalige energietoeslag huishoudens lage inkomens in 2022 (ca. € 810.000) en de eenmalige compensatie voor de uitvoeringskosten van het klimaatakkoord in 2023 (ca. € 227.000), zijn deze opwaartse bijstellingen vooral het gevolg van de doorwerking van de normeringssystematiek.
Het kabinet heeft besloten om met ingang van 1 januari 2023 de verdeling van de algemene uitkering te herzien. In de afgelopen jaren hebben de fondsbeheerders samen met de VNG en de ROB (Raad voor het Openbaar Bestuur) gewerkt aan een nieuwe verdeling van het gemeentefonds. Het nieuwe verdeelmodel is ingrijpend gewijzigd: er zijn 8 nieuwe verdeelmaatstaven, 47 verdeelmaatstaven in het huidige verdeelmodel zijn komen te vervallen, 36 verdeelmaatstaven zijn hetzelfde gebleven en van 5 verdeelmaatstaven zijn de definities gewijzigd. Met name de verdeling van de middelen voor het sociaal domein (Wmo, jeugdzorg en Participatiewet) is gewijzigd.
De fondsbeheerders hebben besloten de overgangsperiode te beperken tot drie jaar en het maximale herverdeeleffect voor deze drie jaren te maximeren op € 37,50 per inwoner in 2025 (maximaal effect: in 2023 € 7,50 per inwoner en in 2024 en 2025 € 15 per inwoner). De gemeente Halderberge is, zoals eerder gemeld, een nadeelgemeente. Het negatieve herverdeeleffect voor onze gemeente bedraagt uiteindelijk -/- € 22,39 per inwoner. In 2023 bedraagt het negatieve herverdeeleffect slechts -/- € 7,50 per inwoner, maar voor de jaren 2024 en 2025 is er sprake van het volledig negatief herverdeeleffect van -/- € 22,39 per inwoner.
Met de invoering van het nieuwe verdeelmodel zijn de middelen van de integratie-uitkeringen inburgering, voogdij 18+ en Participatiewet (exclusief Wsw) overgeheveld naar de algemene uitkering. Vanaf 2023 worden deze middelen verdeeld via het nieuwe verdeelmodel van de algemene uitkering en niet meer via een afzonderlijk integratie-uitkering.
In de meicirculaire hebben de fondsbeheerders de ruimte onder het plafond van het BTW-compensatiefonds bekend gemaakt. Deze ruimte was groter dan waarmee rekening is/was bij de septembercirculaire 2021. Het verschil, circa € 119,5 miljoen, wordt toegevoegd aan het gemeentefonds (algemene uitkering). Voor het jaar 2022 is verder nog relevant de toevoeging van extra middelen ter compensatie voor de gestegen prijzen aan huishoudens met laag inkomen (energietoeslag huishoudens met lage inkomens). Landelijk gaat om een bedrag van € 854 miljoen. Voor onze gemeente gaat om afgerond € 800.000. Dit bedrag zal worden doorbetaald aan het Werkplein Hart van West-Brabant die voor de uitvoering zorgdraagt.
In de begroting 2022 en de meerjarenraming 2024 tot en met 2025 is er rekening gehouden dat de (accresrelevante) rijksuitgaven in werkelijkheid (nacalculatie) lager uitvallen dan waarmee in de ramingen van het Rijk rekening is gehouden. Lagere rijksuitgaven resulteren immers in een lagere algemene uitkering uit gemeentefonds. De meerjarenraming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds is voor een bedrag van € 300.000 structureel lager. Deze eigen inhouding of lagere raming van de algemene uitkering uit gemeentefonds van € 300.000 per jaar wordt behoedzaamheidsreserve genoemd.
Voor de gemeentelijke kosten verbonden aan de opvang van de Oekraïners stelt het Rijk extra middelen beschikbaar. Het uitgangspunt is reële compensatie van de extra kosten die gemeenten als gevolg van de opvang van ontheemden uit Oekraïne maken. Die compensatie geschiedt veelal achteraf en via specifieke rijksuitkeringen (bijvoorbeeld voor tijdelijke onderwijshuisvesting, leerlingenvervoer) of eventueel via (nieuwe) decentralisatie-uitkeringen van het Gemeentefonds (extra kosten voor onder meer de Wmo, Jeugdwet en JGZ). Specifieke rijksuitkeringen maken overigens geen deel uit van het Gemeentefonds. In de decembercirculaire 2021 maken de fondsbeheerders de extra middelen bekend.
In de mutaties zijn ook de financiële gevolgen uit de decembercirculaire van het ministerie van BZK meegenomen. Dit betreft het zesde compensatiepakket corona. In de meicirculaire 2022 zijn geen nieuwe compensatiemaatregelen in de ramingen meegenomen.
In de huidige meerjarenbegroting is voor de jaren 2022 – 2025 uitgegaan van 1,5% inflatie. Deze inflatie is structureel in de meerjarenraming opgenomen. De huidige inflatieverwachting bedraagt voor 2022 5,9% en voor 2023 2,2% (CPB, Centraal Economisch Plan 2022, inflatie, geharmoniseerde consumentenprijsindex). Gezien de verwachte inflatiecijfers wordt bij de uitgangspunten voor de Programmabegroting 2023 voorgesteld het inflatiepercentage in de meerjarenraming 2023 - 2036 te verhogen naar 4% per jaar.
Op basis van de Begroting 2023 van de BWB, behandeld in de raadsvergadering van 23 juni 2022, wordt de bijdrage voor de komende jaren bijgesteld. Het nadeel in 2022 is het gevolg van het nadelig resultaat van de Jaarrekening 2021.
In 2022 is een dividenduitkering over 2021 van de BNG ontvangen van € 99.000. Er was rekening gehouden met € 80.000. Het incidentele voordeel komt ten gunste van de exploitatie 2022.