5.1.2 Prijs- en loonontwikkeling

  • In de huidige meerjarenbegroting is voor de jaren 2022 – 2025 uitgegaan van 1,5% inflatie. Deze inflatie is structureel in de meerjarenraming opgenomen. De huidige inflatieverwachting bedraagt voor 2022 5,9% en voor 2023 2,2% (CPB, Centraal Economisch Plan 2022, inflatie, geharmoniseerde consumentenprijsindex). Gezien de verwachte inflatiecijfers wordt voorgesteld bij de opstelling van de meerjarenbegroting 2023 – 2026 het inflatiepercentage te verhogen naar 4% per jaar.
  • Voor de ontwikkeling van de salarissen wordt, naast de periodieke verhogingen, rekening gehouden met de loonstijgingen als gevolg van de cao. De huidge cao voor gemeenteambtenaren loopt tot 1 januari 2023. In de huidige meerjarenraming is vanaf 2023 een loonsverhoging opgenomen van 1,5% per jaar. Voorgesteld wordt bij de opstelling van de meerjarenbegroting 2023 – 2026, in afwachting van de nieuwe cao, uit te gaan van een loonstijging van 3% per jaar in 2023 en 2024 en 1,5% per jaar vanaf 2025.
  • De totale kosten van de professionele instellingen (zoals de bibliotheek) hebben een gemengd karakter. Deze verhouding is in zijn algemeenheid ongeveer 30% materialen en diensten en 70% lonen. Voorgesteld wordt voor de subsidies aan professionele instellingen voor de meerjarenbegroting 2023 – 2026 een indexering van 4% te hanteren, gelijk aan het inflatiepercentage.
  • Voorgesteld wordt voor de overige subsidies, conform de huidige begroting, geen indexering toe te passen in de meerjarenbegroting 2023 – 2026.
  • Voor de verbonden partijen wordt de bijdrage opgenomen zoals deze in de Begroting 2023 van de betreffende verbonden partij is vastgesteld.
  • De tarieven van de OZB stijgen jaarlijks met het inflatiepercentage. In de (meerjaren)begroting 2023 – 2026 wordt uitgegaan van een stijging van de tarieven met 4% per jaar.
  • De inkomstenbudgetten stijgen eveneens met het inflatiepercentage van 4% per jaar.
Top