Op basis van de weerstandscapaciteit en de verwachte risico’s kan een uitspraak worden gedaan over het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat de normale bedrijfsvoering wordt aangetast. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen waarover de gemeente kan beschikken om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken) en de benodigde weerstandscapaciteit (de risico’s waarvoor geen voorzieningen of verzekeringen zijn afgesloten). Deze relatie kan op een eenvoudige wijze in de volgende vergelijking worden weergegeven:

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit (risico's).

De ratio weerstandsvermogen is berekend op 17.669.000 / 4.066.000 = 4,35.

De ratio voor het weerstandsvermogen is als volgt gecategoriseerd.

Situatie

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis weerstandsvermogen

A

X > 2,0

Hoog

B

1,5 < X < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < X < 1,5

Voldoende

D

0,5 < X < 1,0

Onvoldoende

E

X < 0,5

Ruim onvoldoende

De ratio van het weerstandsvermogen is voor 2023 berekend op 4,35. Dit is te categoriseren als hoog.

Zoals ook bij de eerder genoemde uitgangspunten is aangegeven, is bij de berekening van benodigde weerstandscapaciteit rekening gehouden met zowel incidentele als structurele risico’s. Hierdoor heeft het benodigde weerstandsvermogen ook een meerjarig karakter voor de komende 4 jaar. Dit zal vervolgens jaarlijks bij de Zomernota en Begroting worden bijgesteld met de inzichten op dat moment.

De stijging ten opzichte van de ratio, zoals die voor het jaar 2022 was berekend in de Programmabegroting 2022 (3,77), is het gevolg van een stijging van de weerstandscapaciteit met 2,7 miljoen (18%) en een stijging van het totale risicobedrag met 0,1 miljoen (2%).

De stijging van de weerstandscapaciteit is met name het gevolg van:

  1. Toevoegen van de winstuitkering Borchwerf van 1,6 miljoen aan de algemene reserve.
  2. Toevoegen van het saldo van de Programmabegroting 2022 van 1,3 miljoen aan de algemene reserve.
  3. Toevoegen van het saldo van de Jaarrekening 2021 van 0,9 miljoen aan de algemene reserve.
  4. Onttrekken van de kosten voor aankoop van de pasotrie van 0,9 miljoen aan de algemene reserve.

De stijging van de risico's is met name het gevolg van:

  1. Het opnemen van een risico van 0,6 miljoen voor stijging van materiaalkosten voor investeringen.
  2. Een daling van het risco tekort BUIG met 0,4 miljoen doordat er per saldo (lasten uitkeringen via de begroting van Werkplein HvWB en baten rijksbijdrage BUIG) hogere lasten in de raming voor 2023 zijn opgenomen.
Top