3.2.2 Onroerendezaakbelasting (OZB)

In het collegewerkprogramma is opgenomen dat de gemeente Halderberge de ambitie heeft om voor wat betreft de lastendruk één van de goedkoopste gemeenten in de regio kan te blijven. Gezien de uitgangspunten voor de rioolheffing en de afvalstoffenheffing dat die 100% kostendekkend moeten zijn, kan daar alleen door beperking van de tarieven voor de onroerendezaakbelasting sturing aan worden gegeven. Indien dat gewenst is, zal dat in de Begroting 2025 worden aangegeven. Vooralsnog wordt uitgegaan van de gebruikelijke indexering.

Bij de berekening van de OZB-tarieven en -opbrengsten worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • de tarieven van de OZB stijgen met het inflatiepercentage van 3%, waarna bij het opstellen van de verordening voor 2024 een correctie plaatsvindt voor de waardeontwikkeling;

  • voor de waarde van de woningen en niet-woningen wordt uitgegaan van de waardepeildatum 1 januari 2024;

  • uit oogpunt van voorzichtigheid wordt er beperkt rekening gehouden met areaalontwikkeling;

  • er wordt tariefdifferentiatie toegepast tussen woningen en niet-woningen om de lastendruk evenwichtiger te verdelen;

  • de indexering van de tarieven wordt gecorrigeerd voor de verwachte waardeontwikkeling.

In onderstaande tabel is aangegeven wat de OZB-tarieven worden. De waardeontwikkeling voor woningen en niet-woningen is nog niet beschikbaar. Bij het opstellen van de Begroting 2025 en de verordening voor de onroerendezaakbelasting zal de waardeontwikkeling zoals die dan bekend is, worden meegenomen. Deze wordt te zijner tijd door de Belastingsamenwerking West-Brabant verstrekt.

Voorlopige ontwikkeling tarieven 2025:

OZB

2024

2025

Verschil

OZB woningen eigenaar

0,0842%

0,0867%

3,0%

OZB niet-woningen gebruik

0,2187%

0,2253%

3,0%

OZB niet-woningen eigenaar

0,2448%

0,2521%

3,0%

Top