Voor het opstellen van de begroting is het van belang dat de raad de uitgangspunten voor het opstellen van de Programmabegroting 2025 vaststelt. Deze uitgangspunten, die tevens zijn gehanteerd bij het opstellen van deze Zomernota 2024 – 2028, staan hieronder vermeld.

Hieronder is een aantal algemene uitgangspunten genoemd die gehanteerd worden bij het opstellen van de Programmabegroting 2025.

  • De meerjarenbegroting 2025 – 2028 wordt opgesteld overeenkomstig het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), de Financiële verordening Halderberge, het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK) van de provincie Noord-Brabant en de begrotingscirculaire 2024 van de provincie Noord-Brabant van 5 april 2024.

  • Bij de opstelling van de Begroting 2025 worden de begrotingswijzigingen betreffende het jaar 2024 tot en met de raadsvergadering van 4 juli 2024 meegenomen.

  • In de Begroting 2025 wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met autonome ontwikkelingen, zoals het (verwachte) aantal inwoners, woonruimten, uitkeringsgerechtigden, bouwvergunningen, e.d. Verder wordt er zoveel mogelijk rekening gehouden met (opgelegd) rijksbeleid.
    In principe worden autonome ontwikkelingen door het rijk gecompenseerd middels de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Het kan echter zo zijn, dat het rijk uit bezuinigingsoverwegingen besluit tot geen of een gedeeltelijke compensatie.

  • De ramingen van de uitkeringen uit het gemeentefonds in deze Zomernota 2024 – 2028 zijn gebaseerd op de uitkomsten van de meicirculaire 2024 en de laatste specificaties van de algemene uitkering. De uitkomsten van de septembercirculaire 2024 worden indien mogelijk (afhankelijk van de verschijningsdatum van deze circulaire) meegenomen in de Programmabegroting 2025.

  • Bij de berekening van de algemene uitkering is rekening gehouden met de (verwachte) areaalontwikkeling van de WOZ-capaciteit en de verwachte ontwikkeling van de aantallen eenheden zoals woonruimten, inwoners en bijstandsgerechtigden.

Top