Toelichting belangrijkste verschillen begroting (incl. wijziging) en realisatie Algemene dekkingsmiddelen (x 1.000).

Taakveld

Verschil

V/N

Toelichting

0.5 Treasury

32

V

Er is in 2019 een voordeel op de kapitaallasten (rente) ontstaan doordat de boekwaarde van de verstrekte startersleningen lager was dan geraamd en doordat de aan de investeringen toegerekende rente lager is dan geraamd (0,57% op basis van de werkelijke rentelasten in plaats van 1,0% in de begroting).

44

V

Van Borchwerf 2 CV wordt jaarlijks een vergoeding ontvangen voor de borgstelling voor het negatieve banksaldo van de vennootschap. Dit is een percentage van het gemiddelde banksaldo. In de begroting wordt dit voorzichtig geraamd. Bij de jaarrekening bleek dat het werkelijke gemiddelde negatieve banksaldo aanzienlijk hoger was. Daardoor was de vergoeding ook hoger.

-54

N

In de Begroting was een dividenduitkering van 135.000 opgenomen van SAVER. In werkelijkheid is een dividenduitkering van 81.000 ontvangen, dus ca. 54.000 minder. Omdat de dividenduitkering grotendeels is opgenomen in het tarief voor de afvalstoffenheffing en die niet in de loop van het jaar kan worden aangepast, is dit niet aangepast in de raming. Het negatieve resultaat wordt grotendeels meegenomen in de berekening van de mate van kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing over 2019.

0.62 OZB niet-woningen

-54

N

De opbrengst van OZB voor niet-woningen is ca. 54.000 lager dan geraamd. Het is gebruikelijk dat tussen begroting en werkelijkheid verschillen optreden, met name als gevolg van vertraging in de bouw en leegstand. Ten opzichte van de totale opbrengst van ruim 3 miljoen is het verschil relatief klein.

0.64 Belastingen overig

48

V

In de Begroting 2019 is een raming van 60.000 opgenomen voor toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren. Dit bedrag is bepaald op basis van een gemiddelde over 5 jaar. Op grond van informatie van de Belastingsamenwerking West-Brabant moet de voorziening voor dubieuze belastingdebiteuren eind 2019 72.000 bedragen. Na alle mutaties in 2019 bedroeg het restant saldo 60.000. Dit betekent een benodigde dotatie aan de voorziening van 12.000.

0.7 Algemene uitk. en overige uitk. gemeentefonds

232

V

Ten opzichte van de raming in de Slotwijziging 2019 zijn de uitkeringen uit het gemeentefonds ca. 232.000 hoger uitgevallen. Dit verschil bestaat uit een positieve bijstelling van de uitkeringen over 2017 (ca. 4.000) en 2018 (ca. 13.000), een negatieve bijstelling van de algemene uitkering 2019 (ca. 52.000) en een positieve bijstelling van de decentralisatie-uitkeringen 2019 (ca. 267.000). Bij het onderdeel uitkeringen gemeentefonds in het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen zijn deze verschillen uitgebreid toegelicht.

0.8 Overige baten en lasten

22

V

In de Begroting 2019 is een bedrag van 72.000 opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Gedurende het jaar is hiervan 50.000 ingezet (zie ook het overzicht post onvoorziene uitgaven). Het resterende bedrag van 22.000 is niet ingezet.

-25

N

Jaarlijks wordt in de begroting een stelpost onderuitputting kapitaallasten opgenomen. Hiermee wordt ingecalculeerd dat de totale kapitaallasten in een jaar lager zijn dan geraamd omdat investeringen later worden gedaan dan verwacht. In 2019 was dit met name het geval bij wegreconstructies, onderwijshuisvesting en automatisering. Tegenover het nadeel op de Algemene dekkingsmiddelen staan dan ook voordelen op de programma's Openbare ruimte en Onderwijs, sport en cultuur en op de Overhead. Zie ook de toelichting bij de betreffende programma's en de bijlage Overzicht investeringen.

0.9 Vennootschapsbelasting (VpB)

43

V

De raming van 43.000 betreft de Vpb over 2019. De te betalen Vpb over 2019 bedraagt 50.275. Daarnaast is een voorlopige aanslag over 2018 ontvangen. Deze is gelijk aan de aangifte en bedraagt 115.094. Zie voor meer informatie het aparte hoofdstuk over de toelichting op de vennootschapsbelasting. Omdat de te betalen vennootschapsbelasting ten laste komt van de algemene reserve grondexploitaties is de onttrekking aan deze reserve geraamd op het programma Ruimtelijke en economische ontwikkelingen. Als gevolg hiervan ontstaat op de Algemene dekkingsmiddelen een voordeel van 43.000 en op het programma Ruimtelijke en economische ontwikkelingen een nadeel van hetzelfde bedrag. Per saldo is dit budgettair neutraal.

Overige afwijkingen

13

V

Totaal

301

V

Top