Toelichting belangrijkste verschillen begroting (incl. wijziging) en realisatie programma Onderwijs, sport en cultuur
(x 1.000).

Taakveld

Verschil

V/N

Toelichting

4.2 Onderwijshuisvesting

57

V

Er is in 2019 een voordeel op de kapitaallasten (rente en afschrijving) ontstaan omdat er minder is uitgegeven op verschillende projecten dan waarmee rekening was gehouden. Dit heeft verschillende oorzaken. Zie voor een toelichting ook de bijlage Overzicht investeringen. Daarnaast is de aan de investeringen toegerekende rente lager dan geraamd (0,57% op basis van de werkelijke rentelasten in plaats van 1,0% in de begroting).

26

V

Het Markland College heeft recht op een vergoeding van een gedeelte van de kosten voor het gebruik van de sporthal. Markland dient zelf deze kosten bij de gemeente te declareren, onder voorbehoud dat de capaciteit van de eigen gymzalen volledig zijn benut. Het Markland heeft in 2019 geen declaratie ingediend. Daarnaast maakt De Schittering gebruik van hun eigen speelzaal en de mogelijkheid om buiten te sporten. Hiervoor wordt geen exploitatievergoeding voor het gebruik van een gymzaal verstrekt.

19

V

Tot en met 2018 werd de controle van de brandmeld- en onrruimingsinstallaties van de scholen door de gemeente betaald. De controlekosten zijn vanaf 2019 overgegaan naar de scholen.

4.3 Onderwijsbeleid en leerlingzaken

43

V

Conform de beleidsregel Doelgroepuitkering is het mogelijk dat peuteropvang in aanmerking kan komen voor een subsidie per doelgroeppeuter. Net zoals in 2018 is als gevolg van een lagere instroom, en dus minder aanvragen, minder uitgegeven aan subisidies voor doelgroeppeuters. In 2019 zijn een aantal acties uitgezet om het non-bereik te verkleinen. Helaas heeft dit niet het gewenste resultaat opgeleverd. De uitgezette acties zijn gedaan binnen de bestaande middelen. In 2020 worden de middelen op een andere manier ingezet om meer doelgroeppeuters te bereiken.

Directe personele lasten programma Onderwijs en jeugd

-1

N

Het totale verschil op de personele lasten 2019 bedraagt 19.000 positief. Als gevolg van de toerekening van de directe personeelslasten aan de verschillende programma's en taakvelden ontstaan op programmaniveau verschillen ten opzichte van de begroting. Tegenover het nadeel van 1.000 op het programma Onderwijs en jeugd staan voordelen op andere programma's. Voor het totaaloverzicht van de personele lasten wordt verwezen naar de paragraaf Bedrijfsvoering.

Overige afwijkingen

15

V

Totaal

159

V

Top