1.9 Vennootschapsbelasting

In de Begroting 2019 was een raming van 43.000 opgenomen voor de te betalen vennootschapsbelasting (Vpb) over het boekjaar 2019. Het fiscaal adviesbureau van de gemeente heeft de fiscale positie voor de Vpb-heffing over 2019 beoordeeld. Dit leidt tot een te betalen Vpb van 50.275. Inmiddels zijn ook de aangiftes over de jaren 2016 en 2017 ingediend en zijn de aanslag 2016 en de voorlopige aanslag 2018 ontvangen. Hieronder treft u na een algemene toelichting de details per jaar aan.

Vanaf 2016 is de Wet op de vennootschapsbelasting (Wet Vpb) ook van toepassing voor gemeenten. Dit geldt alleen voor activiteiten waarbij volgens de Wet Vpb sprake is van een onderneming. Bij de inventarisatie in 2015 is in eerste instantie geconcludeerd dat dit bij de gemeente Halderberge alleen geldt voor de grondexploitaties. Later heeft de Belastingdienst landelijk het standpunt ingenomen dat ook bij de verkoop van restafval sprake is van een onderneming. Als gevolg hiervan wordt over de opbrengst van de reststromen afval Vpb betaald. Uit praktisch oogpunt en na afstemming met de Belastingdienst wordt de aangifte en betaling daarvan gedaan door SAVER. Onderstaande toelichting per jaar gaat derhalve alleen over de grondexploitaties.

Zolang een aangifte nog niet heeft geleid tot een definitieve aanslag kunnen er wijzigingen optreden. Ook na het vaststellen van de aanslag heeft de Belastingdienst de mogelijkheid om er op terug te komen. Dat kan tot 5 jaar na afloop van het belastingjaar. Alle bedragen zijn dan ook onder voorbehoud van mogelijke wijzigingen.

Boekjaar 2016

Over 2016 was er sprake van een negatief belastbaar bedrag van 219.235 en hoeft er dus geen Vpb te worden betaald. De aanslag is op 14 december 2019 ontvangen en was conform de aangifte. Het fiscale verlies van 219.235 mag worden verrekend met positieve aangiftes in volgende jaren.

Boekjaar 2017

In 2017 was er een belastbare winst van 164.906. Door het nog te verreken bedrag uit 2016 hoeft er ook over 2017 geen Vpb te worden betaald. Er resteert na 2017 nog een te verrekenen verlies van 54.329 (219.235 -/- 164.906). De aanslag over 2017 is nog niet ontvangen.

Boekjaar 2018

In 2018 was er een belastbare winst van 528.832. Na aftrek van het restant van het te verrekenen verlies resteert er een belastbaar bedrag van 474.504 (528.832 -/- 54.329). De belasting die daarover moet worden betaald bedraagt 108.625. Voor dit bedrag is een voorlopige aanslag ontvangen. Inclusief de in rekening gebrachte belastingrente bedraagt de totale voorlopige aanslag 115.094. Aangezien de te betalen Vpb geheel voortkomt uit de grondexploitaties, is de volledige aanslag ten laste van de algemene reserve grondexploitaties gebracht.

Boekjaar 2019

In 2019 was er een belastbare winst van 249.098. Er is geen te verrekenen verlies uit voorgaande jaren meer. De belasting die over de belastbare winst moet worden betaald bedraagt 50.275. Om belastingrente te vermijden, is hiervoor een voorlopige aanslag aangevraagd. De te betalen Vpb komt geheel voort uit de grondexploitaties en is dan ook volledig ten laste gebracht van de algemene reserve grondexploitaties.

Top