2.4.2 Renteschema en renteresultaat

Onderstaande tabel geeft zowel het begrote als het gerealiseerde renteresultaat weer (x 1.000). In de laatste kolom is ter informatie het verschil opgenomen.

Renteresultaat

Primaire begroting 2020

Realisatie 2020

Verschil

a Externe rentelasten over korte en lange financiering

924

882

42

b Externe rentebaten

66

88

22

Saldo rentelasten en rentebaten

858

794

64

c Toerekening bijzondere rentes:

c1 Grondexploitaties (+)

21

89

-69

c2 Gemeentehuis (+)

381

381

0

c3 Rentebaten verstrekte geldleningen (projectfinanciering) (-)

0

0

0

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

401

470

-69

Saldo

457

324

133

d1 Rente eigen vermogen

0

0

0

d2 Rente over voorzieningen met contante waarde

0

0

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

457

324

133

e De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

655

324

332

Renteresultaat taakveld Treasury

199

0

199

Korte toelichting op de verschillen:

  • Externe rentelasten: bij het opstellen van de begroting 2020 was de verwachting dat er nog voor 8,1 miljoen geleend moest worden in 2019. In werkelijkheid is er nog voor 3 miljoen geleend tegen een lager rentetarief dan geraamd. Met name hierdoor waren de rentelasten ca. 42.000 lager.
  • Externe rentebaten: in 2020 was er nog sprake van een situatie waarbij rente wordt ontvangen op kortlopende geldleningen in plaats van dat rente moet worden betaald. Gezien de onzekerheid op de kapitaalmarkt, wordt deze rente veiligheidshalve niet geraamd. Over de negen kortlopende leningen is ca. 22.000 ontvangen.
  • Rente grondexploitaties: door een hogere boekwaarde per 1 januari 2020 is de rente die aan de grondexploitaties wordt toegerekend hoger dan geraamd. Het rentetarief is nagenoeg gelijk gebleven, 0,77% geraamd en 0,76% in werkelijkheid.

De overige verschillen vloeien voort uit de berekeningen in de tabel.

In de tabel komen twee uitzonderingsrentes voor. Aan de grondexploitaties wordt een rente doorbelast die is gebaseerd op de gemiddelde rente over de externe financiering in de verhouding van het vreemd vermogen en het totale vermogen. Deze rentetoerekening sluit aan bij de toegestane rentetoerekening volgens de Wet op de vennootschapsbelasting. Op grond van de cijfers uit de jaarrekening 2020 levert dit een toegerekend rentepercentage op van 0,76% (de raming was 0,77%).

De tweede uitzondering betreft de lening voor de vervaardiging van het gemeentehuis aan de Parklaan in Oudenbosch. In 2008 is hiervoor een aparte geldlening aangegaan. Conform de regelgeving wordt projectfinanciering rechtstreeks toegerekend aan de betreffende activiteit. De rentelasten van deze lening zijn dan ook toegerekend aan het taakveld Overhead (huisvesting).

Uit de tabel volgt de rente die kan worden toegerekend aan de investeringen. Het verschil tussen de geraamde en de werkelijke rentelasten is groter dan 25%. Op grond van de regelgeving betekent dit dat niet de geraamde rentelasten mogen worden toegerekend, maar dat de werkelijke rentelasten moeten worden doorberekend aan de taakvelden. Als gevolg daarvan is het renteresultaat, het verschil tussen de werkelijke en de doorberekende rentelasten, in de jaarrekening nihil.

Top