2.4.2 Renteschema en renteresultaat

Onderstaande tabel geeft zowel het begrote als het gerealiseerde renteresultaat weer. In de laatste kolom is ter informatie het verschil opgenomen.

Renteresultaat

Primaire begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil

a Externe rentelasten over korte en lange financiering

946

877

69

b Externe rentebaten

63

79

16

Saldo rentelasten en rentebaten

883

799

84

c Toerekening bijzondere rentes:

c1 Grondexploitaties (+)

78

75

3

c2 Gemeentehuis (+)

371

371

0

c3 Marklandcollege (+)

47

47

0

c4 Rentebaten verstrekte geldleningen (projectfinanciering) (-)

0

0

0

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

497

494

3

Saldo

386

305

81

d1 Rente eigen vermogen

0

0

0

d2 Rente over voorzieningen met contante waarde

0

0

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

386

305

81

e De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

346

349

-2

Renteresultaat taakveld Treasury

-40

44

-83

Korte toelichting op de verschillen:

  • Externe rentelasten: bij het opstellen van de Begroting 2022 was de verwachting dat er in het laatste deel van 2021 en 2022 voor € 31,5 miljoen geleend moest worden. In werkelijkheid is er voor 20 miljoen geleend. Hierdoor waren de rentelasten ca. 69.000 lager.

  • Externe rentebaten: in 2022 was er voor een deel van het jaar nog sprake van een situatie waarbij rente werd ontvangen op kortlopende geldleningen in plaats dat rente moest worden betaald. Gezien de onzekerheid op de kapitaalmarkt werd deze rente veiligheidshalve niet geraamd. Voor de drie kortlopende leningen die in 2022 zijn aangegaan is 15.300 ontvangen. De rest van het verschil wordt veroorzaakt door de andere verstrekte geldleningen.

  • Bijzondere rentes:

    • Rente grondexploitaties: aan de grondexploitaties wordt een rente doorbelast die is gebaseerd op de gemiddelde rente over de externe financiering in de verhouding van het vreemd vermogen en het totale vermogen. Deze rentetoerekening sluit aan bij de toegestane rentetoerekening volgens de Wet op de vennootschapsbelasting. Gezien het geringe verschil wordt dit niet verder toegelicht;

    • Rente gemeentehuis: in 2008 is voor de vervaardiging van het gemeentehuis aan de Parklaan een aparte geldlening aangegaan. Conform de regelgeving wordt projectfinanciering rechtstreeks toegerekend aan de betreffende activiteit. De volledige rentelasten van deze lening zijn dan ook toegerekend aan het taakveld Overhead (huisvesting);

    • Rente Marklandcollege: voor dit project is eveneens projectfinanciering toegepast. Aangezien de lening al in 2021 is aangegaan, waren er geen verschillen.

De overige verschillen vloeien voort uit de berekeningen in de tabel.

Uit de tabel volgt de rente die kan worden toegerekend aan de investeringen. Indien het verschil tussen de geraamde en de werkelijke rentelasten groter is dan 25%, moeten de werkelijke rentelasten geheel worden doorberekend aan de taakvelden. Dat is niet het geval, zodat het geraamde rentepercentage van 0,5% over de boekwaarde per 1 januari ook in de jaarrekening kon worden toegepast. Het werkelijke rentepercentage was ca. 0,44% en daarom is er in de jaarrekening sprake van een positief renteresultaat van 43.507. Dit is toegevoegd aan de egalisatiereserve rente.

Top