Taakveld

Verschil

V/N

Toelichting

0.61 OZB woningen 0.62 OZB niet-woningen

40

V

Het voordeel op de bijdrage aan de Belastingsamenwerking West-Brabant (BWB) is met name het gevolg van de uitbetaling van het rekeningresultaat 2022 van de BWB.

142

V

Het is gebruikelijk dat tussen begroting en werkelijkheid verschillen optreden. Bij het opstellen van de begroting wordt zo goed mogelijk rekening gehouden met de factoren die van invloed zijn op de OZB opbrengst, zoals de waarde van de onroerende zaken, verwachte leegstand, verbouwingen en nieuwbouw. Deze zaken kunnen in werkelijkheid anders zijn. U kunt hierbij denken aan een waardeontwikkeling die hoger of lager is dan gemiddeld, verschillen in leegstand, ingediende bezwaren tegen de waarde en vertraging in de bouw of verbouw. De opbrengst van de OZB is bij de Najaarsnota 2023 al bijgesteld op basis van de halfjaarrapportage 2023 van de BWB. Reden was dat bij het vaststellen van de tarieven voor 2023 bij de niet-woningen uitgegaan was van een verwachte gemiddelde waardestijging van 0,5%. In werkelijkheid was de waardestijging gemiddeld 2,6%. Verder is bij het opstellen van de begroting uit oogpunt van voorzichtigheid bij niet-woningen geen rekening gehouden met areaaluitbreiding. In werkelijkheid was die er wel op de waardepeildatum 1 januari 2022, waaronder enkele grote gebouwen met een hoge WOZ waarde op Borchwerf II. De werkelijke opbrengst over 2023 is om dezelfde redenen nog iets hoger uitgevallen.

0.7 Algemene uitk. en overige uitk. gemeentefonds

969

V

Ten opzichte van de raming in de Slotwijziging 2023 zijn de uitkeringen uit het gemeentefonds ca. 969.000 hoger uitgevallen. Dit verschil bestaat uit een positieve bijstelling van de uitkeringen over 2021 (ca. 35.000) en 2023 (ca. 934.000). Bij het onderdeel uitkeringen gemeentefonds in het hoofdstuk Algemene dekkingsmiddelen zijn de verschillen in de uitkeringen uit het gemeentefonds uitgebreid toegelicht.

0.8 Overige baten en lasten

25

V

In de Begroting 2023 is een bedrag van 100.000 opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Bij de Najaarsnota 2023 is hier 25.000 aan toegevoegd. Gedurende het jaar hiervan 100.000 ingezet (zie ook het overzicht post onvoorziene uitgaven). Het resterende bedrag van 25.000 is niet ingezet.

Rente

25

V

Voor de toerekening van rente aan de investeringen wordt een renteomslag opgesteld. De werkelijke rentekosten- en baten worden hierin afgezet tegen de boekwaarden van de activa en voorraden en monden uit in een gemiddeld rentepercentage. In de Begroting 2023 bedroeg dit gemiddelde percentage 1,25%. Doordat de gerealiseerde rentebaten in 2023 hoger waren dan de toe te rekenen rentekosten, is het rentepercentage in de Jaarrekening 2023 gecorrigeerd naar 0%. Voor een nadere toelichting op de rente wordt verwezen naar de paragraaf financiering. Op Algemene dekkingsmiddelen ontstaat hierdoor een voordeel van 25.000.

Verschillen in baten en lasten die betrekking hebben op corona

-60

N

In 2023 zijn nog een aantal kosten gemaakt als gevolg van de coronacrisis. De gemaakte kosten zijn verrekend met de reserve compensatie coronacrisis. Per saldo is dit budgettair neutraal. Tegenover het nadeel op Algemene dekkingsmiddelen staan voordelen op andere programma's. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het overzicht van de reserves (paragraaf 3.4.10).

Overige afwijkingen

13

V

Totaal

1.154

V

Top