E-mail: gemeente@halderberge.nl - Telefoon 14 0165
Bezoekadres: Parklaan 15, 4731 GJ Oudenbosch
Postadres: Postbus 5, 4730 AA Oudenbosch
Website: www.halderberge.nl
Onder de naam onroerendezaakbelasting wordt een belasting geheven van diegene die op 1 januari gebruik maakt en/of in het bezit is van een pand. Te onderscheiden zijn:
Bij de berekening van de OZB opbrengsten voor 2020 gelden de volgende uitgangspunten:
Degene, die op 1 januari de onroerende zaak in eigendom heeft en/of hiervan gebruik maakt, betaalt onroerendezaakbelasting voor het gehele jaar.
De waarde van de onroerende zaak vormt de basis voor de heffing. De waarde wordt via een WOZ-beschikking vastgesteld.
De waardegegevens worden gebruikt door de Belastingdienst in verband met het eigen woningforfait, door het waterschap (via de Belastingsamenwerking West-Brabant) voor de aanslag waterschapslasten en door het CBS ten behoeve van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds (inkomstenmaatstaven).
Om een evenwichtige stijging van de lastendruk voor burgers en bedrijven te bereiken, past de gemeente tariefdifferentiatie tussen woningen en niet-woningen toe.
De ontwikkeling van de OZB tarieven sluit aan bij het inflatiepercentage dat in de begroting 2020 wordt gehanteerd. Dat percentage bedraagt 1,5% (zie ook de inleiding van deze paragraaf).
De opslag van 5% op het tarief voor niet-woningen blijft gehandhaafd. Deze opslag is in 2017 en 2018 gefaseerd aangebracht ter dekking van de uitgaven voor het uitvoeringsprogramma 2016-2019 van de economische visie 2020.
Tot en met 2019 werd de ontwikkeling van de OZB tarieven gemonitord met behulp van de macronorm onroerendezaakbelasting. Het Rijk en de VNG hebben afgesproken om daar met ingang van 2020 van af te stappen en de ontwikkeling van de lokale heffingen te monitoren via een benchmark woonlasten. Het gaat hierbij niet alleen over een vergelijking van de OZB, maar ook van de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Hiermee wordt volgens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de jaarlijkse ontwikkeling van de lokale lasten inzichtelijker gemaakt. De benchmark wordt jaarlijks meegenomen in de Atlas van de lokale heffingen van het COELO (het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden).
De wijziging heeft tot gevolg dat er geen norm meer is die bepaalt wat de maximale jaarlijkse stijging van de ozb-opbrengsten van alle gemeenten samen is.
Hieronder treft u de voorlopige tarieven over 2020 aan. Bij het opstellen van de verordening op de heffing en invordering van de onroerendezaakbelasting voor 2020 zal het tarief nog worden aangepast met de op dat moment bekende gemiddelde waardeontwikkeling van resp. woningen en niet-woningen. In onderstaande tabel is nog geen waardeontwikkeling meegenomen.
Bij een waardestijging zal het tarief dalen, bij een waardedaling zal het tarief stijgen. De verordening met de definitieve tarieven zal aan de raad worden aangeboden voor behandeling in de raadsvergadering van december 2019.
Met inachtneming van het voorgaande zijn de voorlopige tarieven momenteel als volgt:
OZB | 2019 | 2020 | Verschil |
OZB woningen eigenaar | 0,1088% | 0,1104% | 1,50% |
OZB niet-woningen gebruik | 0,2018% | 0,2048% | 1,50% |
OZB niet-woningen eigenaar | 0,2259% | 0,2293% | 1,50% |
De verwachte OZB opbrengst bedraagt in 2020 ca. € 6.922.000. Een toename van het aantal woningen en/of niet-woningen (volume-ontwikkeling) leidt tot een toename van de OZB-opbrengsten, maar tegelijkertijd ook tot een afname van de algemene uitkering (via de inkomstenmaatstaven). Een toename van de waarde (prijsstijging) leidt niet tot een toename van de OZB-opbrengsten, omdat waardestijgingen gecompenseerd worden door een neerwaarts bijgesteld OZB-tarief (en vice versa).