3.2.7 Geprognosticeerde begin- en eindbalans

Conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) dient in de begroting een geprognosticeerde begin- en eindbalans van het begrotingsjaar opgenomen te worden. Datzelfde geldt voor de meerjarenraming. In onderstaande tabel zijn deze gecombineerd.

Hieronder treft u een korte toelichting aan op deze balans.

Geprognosticeerde balans

Begroting

Meerjarenraming

(Bedragen * 1.000)

1-1-2023

31-12-2023

31-12-2024

31-12-2025

31-12-2026

Vaste activa

95.416

126.021

138.618

139.074

138.007

Immateriële vaste activa

579

546

512

479

446

Materiële vaste activa

92.047

122.720

135.387

135.904

134.889

Financiële Vaste Activa

2.791

2.755

2.719

2.691

2.672

Vlottende activa

25.980

19.641

17.160

14.511

13.751

Voorraden

6.354

2.480

3.424

776

16

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

13.839

11.373

7.948

7.948

7.948

Liquide middelen

1.592

1.592

1.592

1.592

1.592

Overlopende activa

4.195

4.195

4.195

4.195

4.195

Totaal activa

121.397

145.661

155.778

153.585

151.758

Vaste passiva

111.690

135.797

145.603

141.286

138.694

Eigen vermogen

19.099

18.488

20.412

21.697

20.728

Voorzieningen

5.954

5.743

5.614

5.722

6.180

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

86.638

111.566

119.577

113.867

111.786

Vlottende passiva

9.706

9.865

10.175

12.299

13.064

Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

4.917

5.076

5.386

7.510

8.275

Overlopende passiva

4.789

4.789

4.789

4.789

4.789

Totaal passiva

121.397

145.661

155.778

153.585

151.758

Hieronder treft u een korte toelichting aan op deze balans.

Vaste activa

Als gevolg van het investeringsprogramma laat de boekwaarde van de vaste activa de komende twee jaar een flinke stijging zien. De jaren daarna treedt er een stabilisatie op. Een soortgelijk beeld trof u in voorgaande bestuursrapportages aan. Door langere voorbereidingstijd en duur van de besluitvorming is dit wat opgeschoven. De stijging wordt vooral veroorzaakt door de investeringen in de huisvesting van het onderwijs en de kinderopvang (Markland College, de Klinkert, Uniek, Bossche Hart), investeringen in culturele accommodaties en dorpshuizen (het cultuurcluster in Oudenbosch en de dorpshuizen in Hoeven, Stampersgat en Bosschenhoofd) en de investeringen in de openbare ruimte (o.a. wegen, riolering, verkeer en verlichting). Voor een uitgebreide lijst van alle investeringen verwijzen we u naar het investeringsplan en het overzicht met restantkredieten.

Vlottende activa - voorraden

De voorraden worden met name gevormd door de bouwgronden in exploitatie. Op de boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie wordt de voorziening voor verliesgevende projecten in mindering gebracht. Het overige deel betreft de voorraden documenten bij Burgerzaken. De boekwaarde van de voorraad grondexploitaties op de balans neemt de komende jaren snel af. In 2026 is de waarde van de grondexploitaties 0, waardoor alleen de waarde van de documenten bij burgerzaken resteert. De verliesvoorziening is eind 2025 al 0.

Overige vlottende activa

De overige vlottende activa worden ontleend aan ervaringscijfers van de afgelopen jaren. Conform de ministeriële regeling inzake de financiële kengetallen zijn deze activa berekend op basis van het gemiddelde van de laatste drie vastgestelde jaarrekeningen. Derhalve zijn de cijfers voor de gehele meerjarenprognose gelijk.

Vaste passiva – eigen vermogen

Het eigen vermogen van de gemeente wordt gevormd door de reserves en het resultaat van resp. de begroting of de jaarrekening. De omvang van de reserves stijgt de komende drie jaar, maar neemt in 2026 weer wat af. Voor een uiteenzetting van de mutaties in de reserves verwijzen wij u naar de desbetreffende toelichting in dit hoofdstuk.

Vaste passiva – voorzieningen

Het saldo van de voorzieningen is vrij stabiel. Voor een toelichting daarop en een uiteenzetting van de mutaties in de voorzieningen verwijzen wij u naar het hoofdstuk over de voorzieningen in deze begroting.

Vaste passiva – vaste schulden met een rentetypische looptijd > 1 jaar

De omvang van de vaste schuld laat in 2023 en 2024 een forse stijging zien, waarna in 2025 en 2026 de schuld afneemt naar het niveau van 2023. De stijging houdt verband met het omvangrijke investeringsprogramma, aangezien de financiering van de investeringen met name gebeurt door middel van geldleningen. Uiteraard is de ontwikkeling van de vaste schuld afhankelijk van de mate waarin het investeringsprogramma wordt gerealiseerd. In de paragraaf Financiering treft u een toelichting aan op de liquiditeitsprognose en de financieringsbehoefte voor de komende jaren.

Vlottende passiva

Voor de vlottende passiva geldt hetzelfde als voor de overige vlottende activa. Ook hier geldt dat de verwachte balanswaarden worden ontleend aan de ervaringscijfers van de afgelopen jaren. Conform de ministeriële regeling inzake de financiële kengetallen zijn deze passiva berekend op basis van het gemiddelde van de laatste drie vastgestelde jaarrekeningen. Hierop is één uitzondering. Dat betreft het saldo van de netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd kleiner dan een jaar. Bij dit onderdeel is een post opgenomen om de balans sluitend te maken.

Top