In de Zomernota 2022 zijn, naast een financiële doorkijk voor de komende jaren, ook de uitgangspunten voor de Begroting 2023 vastgesteld. Hieronder worden de belangrijkste uitgangspunten genoemd die zijn gehanteerd bij de opstelling van de Begroting 2023 - 2026.
Voor een verdere toelichting over de andere uitgangspunten wordt verwezen naar de Zomernota 2022.
Algemeen
- De meerjarenbegroting 2023 - 2026 wordt opgesteld overeenkomstig het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), de Financiële verordening Halderberge, het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtkader (GTK) van de provincie Noord-Brabant en de begrotingscirculaire 2022 van de provincie Noord-Brabant van 29 maart 2022.
- Bij de opstelling van de Begroting 2023 worden de begrotingswijzigingen betreffende het jaar 2022 tot en met de raadsvergadering van 14 juli 2022 meegenomen.
- In de Begroting 2023 wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met autonome ontwikkelingen, zoals het (verwachte) aantal inwoners, woonruimten, uitkeringsgerechtigden, bouwvergunningen, e.d. Verder wordt er zoveel mogelijk rekening gehouden met (opgelegd) rijksbeleid. In principe worden autonome ontwikkelingen door het rijk gecompenseerd middels de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Het kan echter zo zijn, dat het rijk uit bezuinigingsoverwegingen besluit tot geen of een gedeeltelijke compensatie.
- De ramingen van de uitkeringen uit het Gemeentefonds zijn gebaseerd op de uitkomsten van de mei- en septembercirculaire 2022 en de laatste specificaties van de algemene uitkering.
- Bij de berekening van de algemene uitkering is rekening gehouden met de (verwachte) areaalontwikkeling van de WOZ-capaciteit en de verwachte ontwikkeling van de aantallen eenheden zoals woonruimten, inwoners en bijstandsgerechtigden.
Indexering
- De huidige inflatieverwachting bedraagt voor 2022 5,9% en voor 2023 2,2% (CPB, Centraal Economisch Plan 2022, inflatie, geharmoniseerde consumentenprijsindex). In de meerjarenraming 2023 - 2026 is een inflatiepercentage van 4% opgenomen.
- Voor de ontwikkeling van de salarissen wordt, naast de periodieke verhogingen, rekening gehouden met de loonstijgingen als gevolg van de cao. De cao voor gemeenteambtenaren is per 1 januari 2023 afgelopen. In de meerjarenraming 2023 - 2026 is, in afwachting van een nieuwe cao, een loonstijging van 3% per jaar in 2023 en 2024 en 1,5% per jaar vanaf 2025 opgenomen.
- De totale kosten van de professionele instellingen (zoals de bibliotheek) hebben een gemengd karakter. Deze verhouding is in zijn algemeenheid ongeveer 30% materialen en diensten en 70% lonen. Voorgesteld wordt voor de subsidies aan professionele instellingen voor de meerjarenbegroting 2023 - 2026 een indexering van 4% te hanteren, gelijk aan het inflatiepercentage.
- Voor de overige subsidies is in de meerjarenbegroting 2023 - 2026 geen indexering toegepast.
- Voor de verbonden partijen wordt de bijdrage opgenomen zoals deze in de Begroting 2023 van de betreffende verbonden partij is vastgesteld.
- De inkomstenbudgetten stijgen eveneens met het inflatiepercentage van 4% per jaar.
Rentebeleid
- Het gehanteerde rentebeleid is opgenomen in de Financiële verordening Halderberge.
- Er wordt geen rente berekend over de eigen financieringsmiddelen.
- Rentekosten worden verzameld op het taakveld Treasury en via dit taakveld toegerekend aan de overige taakvelden.
- Voor de toerekening van de rente aan de investeringen wordt een renteomslag opgesteld. De werkelijke rentekosten worden hierin afgezet tegen de boekwaarden van de activa en de voorraden en monden uit in een gemiddeld rentepercentage. Dit rentepercentage is bij het opstellen van de Begroting 2023 berekend en komt uit op 1,25%. De rente wordt toegerekend aan het taakveld waarvoor het activum is aangeschaft.
- Indien sprake is van projectfinanciering wordt de rente rechtstreeks toegerekend aan het betreffende activum. Dit is bij twee gebouwen het geval, namelijk het gemeentehuis aan de Parklaan te Oudenbosch en de nieuwbouw van het Markland College. Deze nieuwbouw staat gepland voor de jaren 2022 t/m 2024.
- De toe te rekenen rente aan de grondexploitaties is gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente. Het over het vreemd vermogen te hanteren rentepercentage wordt bepaald op grond van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille van de gemeente naar de verhouding vreemd vermogen / totaal vermogen op de balans. De rente wordt toegerekend over de boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie per 1 januari van het begrotingsjaar.
Reserves en voorzieningen
- Het beleid inzake reserves en voorzieningen is opgenomen in de Financiële verordening Halderberge.
- Conform het rentebeleid vindt geen inflatiecorrectie plaats van de reserves en voorzieningen.
Activa
- De activa worden geactiveerd en afgeschreven conform het BBV en de Financiële verordening Halderberge.
- Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 20.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en onbewerkte terreinen die altijd worden geactiveerd. Bij de bepaling van het bedrag van € 20.000 wordt gekeken naar het totaal van de investering en niet naar de prijs per afzonderlijk goed.
Lokale heffingen
- Om de stijging van de lastendruk voor huishoudens te beperken, is het OZB0tarief voor woningen niet geïndexeerd met het inflatiepercentage van 4%, maar juist verlaagd met 1%.
- De OZB-tarieven voor 2023 voor niet-woningen zijn in eerste instantie geïndexeerd met het voorgestelde inflatiepercentage ad 4% en daarna gecorrigeerd voor de sinds 2017 aangebrachte opslag voor de uitgaven van de Economische Koepel Halderberge. Om € 120.000 te corrigeren is het tarief verlaagd met 3,3%, zodat de stijging van de tarieven beperkt blijft tot 0,7%.
- de indexering van de tarieven wordt bij het opstellen van de verordening voor de onroerendezaakbelasting gecorrigeerd voor de verwachte waardeontwikkeling.
- De tarieven van de afvalstoffen- en de rioolheffing zijn volledig kostendekkend, met als enige uitzondering dat de kosten voor het ondergronds brengen van afvalcontainers in de milieuparkjes eenmalig niet zijn meegenomen in de berekening van de tarieven van de afvalstoffenheffing.
- Bij de bepaling van de mate van kostendekkendheid wordt de BTW in de tarieven van de rioolheffing doorberekend.
- Bij de bepaling van de mate van kostendekkendheid wordt de BTW in de tarieven van de afvalstoffenheffing doorberekend.