Jaarlijks stelt de gemeenteraad de tarieven vast voor de gemeentelijke heffingen. Dat gebeurt via de afzonderlijke verordeningen voor die heffingen. De uitgangspunten die de raad hierbij hanteert komen gedeeltelijk voort uit het Raadsprogramma 2018 – 2022. Deze zijn overgenomen in deze Zomernota. Daarnaast is de raad gebonden aan diverse wettelijke bepalingen. Deze zijn, voor zover van toepassing, hieronder opgenomen.

Wettelijke bepalingen:

  • de tarieven van de afvalstoffen- en de rioolheffing zijn maximaal 100% kostendekkend;
  • datzelfde geldt voor de tarieven van de leges. Binnen de legesverordening is kruissubsidiëring toegestaan. Zie voor een toelichting het onderdeel leges.

Lokale keuzes:
In het Raadsprogramma 2018 – 2022 zijn de lokale keuzes aangegeven. Voor de lasten van inwoners en bedrijven is daarbij aangegeven dat de stijging beperkt zal zijn. De term beperkt komt tot uiting in de zaken die genoemd staan in de kolom ‘wat gaan we ervoor doen’. Daarin worden de volgende uitgangspunten genoemd:

  • geen hondenbelasting invoeren;
  • de verhoging van de onroerendezaakbelasting wordt beperkt tot ten hoogste het inflatiepercentage;
  • de rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn volledig kostendekkend.

Gezien de wettelijke bepalingen en de lokale keuzes wordt voorgesteld om bij de bepaling van de tarieven van de diverse gemeentelijke heffingen uit te gaan van de volgende uitgangspunten:

  • de tarieven van de onroerendezaakbelasting (OZB) stijgen in 2022 met het inflatiepercentage, waarna nog correctie plaatsvindt voor de waardeontwikkeling;
  • bij de bepaling van de mate van kostendekkendheid wordt de BTW in de tarieven van de rioolheffing doorberekend;
  • bij de bepaling van de mate van kostendekkendheid wordt de BTW in de tarieven van de afvalstoffenheffing doorberekend.
Top