4.2.2 Onroerendezaakbelasting (OZB)

Bij de berekening van de OZB opbrengsten worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • er wordt uitgegaan van de waardepeildatum 1-1-2021;
  • uit oogpunt van voorzichtigheid wordt er beperkt rekening gehouden met areaalontwikkeling;
  • er wordt tariefdifferentiatie toegepast tussen woningen en niet-woningen om de lastendruk evenwichtiger te verdelen;
  • de indexering van het tarief bedraagt 1,5%;
  • bij de vaststelling van de tarieven wordt rekening gehouden met de verwachte waardeontwikkeling;
  • in het tarief voor niet-woningen is rekening gehouden met een opslag van 5% voor de uitgaven van de Economische Koepel Halderberge.

In onderstaande tabel is aangegeven wat het OZB tarief wordt bij een inflatie van 1,5%. De waardeontwikkeling in 2020 voor woningen en niet-woningen is nog niet beschikbaar. Bij het opstellen van de Begroting 2022 en de verordening voor de onroerendezaakbelasting zal de waardeontwikkeling in 2020 zoals die dan bekend is, worden meegenomen. Deze wordt te zijner tijd door de Belastingsamenwerking West-Brabant verstrekt.

Voorlopige ontwikkeling tarieven 2022:

OZB

2021

2022

Verschil

OZB woningen eigenaar

0,1042%

0,1058%

1,5%

OZB niet-woningen gebruik

0,2151%

0,2183%

1,5%

OZB niet-woningen eigenaar

0,2407%

0,2443%

1,5%

Top