2.4.2 Renteschema en renteresultaat

Onderstaande tabel geeft zowel het begrote als het gerealiseerde renteresultaat weer. In de laatste kolom is ter informatie het verschil opgenomen.

Renteresultaat

Primaire begroting 2023

Realisatie 2023

Verschil

a Externe rentelasten over korte en lange financiering

1.460

1.231

230

b Externe rentebaten

11

977

966

Saldo rentelasten en rentebaten

1.449

254

1.195

c Toerekening bijzondere rentes:

c1 Grondexploitaties (+)

49

110

-61

c2 Gemeentehuis (+)

366

366

0

c3 Marklandcollege (+)

126

126

0

c4 Rentebaten verstrekte geldleningen (projectfinanciering) (-)

0

0

0

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

541

602

-61

Saldo

908

-348

1.256

d1 Rente eigen vermogen

0

0

0

d2 Rente over voorzieningen met contante waarde

0

0

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

908

-348

1.256

e De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

990

0

990

Renteresultaat taakveld Treasury

82

348

-266

Korte toelichting op de verschillen:

  • Externe rentelasten: bij het opstellen van de Begroting 2023 was de verwachting dat er in het laatste deel van 2022 en in 2023 voor totaal € 34,5 miljoen geleend moest worden. In werkelijkheid is er voor 19,8 miljoen geleend. Hierdoor waren de rentelasten ca. 230.000 lager.

  • Externe rentebaten: in 2023 is er voor 19,8 miljoen aan externe financiering aangetrokken. Dit betrof twee leningen die reeds in 2022 waren aangegaan. Dit is gedaan uit het oogpunt van de lage rentetarieven in 2022 en het omvangrijke investeringsprogramma in 2023 en volgende jaren. Omdat deze middelen in 2023 nog niet volledig zijn uitgegeven, heeft er gedurende het hele jaar 2023 een fors saldo op de rekening schatkistbankieren gestaan. Over dit saldo is rente ontvangen, waarmee in de begroting geen rekening was gehouden.

  • Bijzondere rentes:

    • Rente grondexploitaties: aan de grondexploitaties wordt een rente doorbelast die is gebaseerd op de gemiddelde rente over de externe financiering in de verhouding van het vreemd vermogen en het totale vermogen. Deze rentetoerekening sluit aan bij de toegestane rentetoerekening volgens de Wet op de vennootschapsbelasting. Bij het opstellen van de Begroting 2023 werd er vanuit gegaan dat de projecten Bornhemweg, Mgr. Meeuwissenstraat/Kerkstraat, Klooster Stampersgat en Oud Gastel Noord in 2022 afgesloten zouden worden, maar bij het opstellen van de Jaarrekening 2022 is gebleken dat deze projecten nog niet konden worden afgesloten. Hierdoor was de boekwaarde van de grondexploitaties per 1 januari 2023 en de hieraan toe te rekenen rente hoger dan geraamd.

    • Rente gemeentehuis: in 2008 is voor de vervaardiging van het gemeentehuis aan de Parklaan een aparte geldlening aangegaan. Conform de regelgeving wordt projectfinanciering rechtstreeks toegerekend aan de betreffende activiteit. De volledige rentelasten van deze lening zijn dan ook toegerekend aan het taakveld Overhead (huisvesting);

    • Rente Marklandcollege: voor dit project is eveneens projectfinanciering toegepast. Aangezien de lening al in 2021 is aangegaan, waren er geen verschillen.

Uit de tabel volgt de rente die kan worden toegerekend aan de investeringen. Indien het verschil tussen de geraamde en de werkelijke rentelasten groter is dan 25%, moeten de werkelijke rentelasten geheel worden doorberekend aan de taakvelden. Met name als gevolg van de hogere rentebaten is dat voor 2023 het geval. Het geraamde rentepercentage in de Begroting 2023 bedroeg 1,25% en het werkelijke rentepercentage over 2023 bedraagt -/- 0,46%. Op basis van de notitie rente van de commissie BBV mag de aan de taakvelden toe te rekenen rente niet negatief zijn. Daarom bedraagt de rente die over de boekwaarde per 1 januari 2023 aan de taakvelden wordt toegerekend 0,00%. Hierdoor is er in de jaarrekening per saldo sprake van een positief renteresultaat van 348.191. Dit is toegevoegd aan de egalisatiereserve rente.

Top