2.4.2 Renteschema en renteresultaat

Onderstaande tabel geeft zowel het begrote als het gerealiseerde renteresultaat weer. In de laatste kolom is ter informatie het verschil opgenomen.

Renteresultaat

Primaire begroting 2024

Realisatie 2024

Verschil

a Externe rentelasten over korte en lange financiering

1.668

1.246

422

b Externe rentebaten

143

389

246

Saldo rentelasten en rentebaten

1.525

856

669

c Toerekening bijzondere rentes:

c1 Grondexploitaties (+)

45

83

-38

c2 Gemeentehuis (+)

361

361

0

c3 Marklandcollege (+)

131

131

0

c4 Rentebaten verstrekte geldleningen (projectfinanciering) (-)

0

0

0

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

537

575

-38

Saldo

988

281

706

d1 Rente eigen vermogen

0

0

0

d2 Rente over voorzieningen met contante waarde

0

0

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

988

281

706

e De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

1.322

280

1.042

Renteresultaat taakveld Treasury

334

-1

336

Korte toelichting op de verschillen:

  • Externe rentelasten: bij het opstellen van de Begroting 2024 was de verwachting dat er in 2024 voor totaal € 22,8 miljoen geleend moest worden. In werkelijkheid is er alleen in december een kortgeldlening van 5 miljoen afgesloten. Hierdoor waren de rentelasten ca. 422.000 lager.

  • Externe rentebaten: in 2023 is er voor 19,8 miljoen aan externe financiering aangetrokken. Dit betrof twee leningen die reeds in 2022 waren aangegaan. Dit is gedaan uit het oogpunt van de lage rentetarieven in 2022 en het omvangrijke investeringsprogramma in de volgende jaren. Omdat deze middelen begin 2024 nog niet volledig waren uitgegeven, heeft er gedurende het jaar 2024 een hoger saldo op de rekening schatkistbankieren gestaan. Over dit saldo is meer rente ontvangen, dan waarmee in de begroting rekening was gehouden.

  • Bijzondere rentes:

    • Rente grondexploitaties: aan de grondexploitaties wordt een rente doorbelast die is gebaseerd op de gemiddelde rente over de externe financiering in de verhouding van het vreemd vermogen en het totale vermogen. Deze rentetoerekening sluit aan bij de toegestane rentetoerekening volgens de Wet op de vennootschapsbelasting. Bij het opstellen van de Begroting 2024 werd er vanuit gegaan dat de projecten Bornhemweg, Mgr. Meeuwissenstraat/Kerkstraat en Klooster Stampersgat in 2023 afgesloten zouden worden, maar bij het opstellen van de Jaarrekening 2023 is gebleken dat deze projecten nog niet konden worden afgesloten. Hierdoor was de boekwaarde van de grondexploitaties per 1 januari 2024 en de hieraan toe te rekenen rente hoger dan geraamd.

    • Rente gemeentehuis: in 2008 is voor de vervaardiging van het gemeentehuis aan de Parklaan een aparte geldlening aangegaan. Conform de regelgeving wordt projectfinanciering rechtstreeks toegerekend aan de betreffende activiteit. De volledige rentelasten van deze lening zijn dan ook toegerekend aan het taakveld Overhead (huisvesting);

    • Rente Marklandcollege: voor dit project is eveneens projectfinanciering toegepast. Aangezien de lening al in 2021 is aangegaan, waren er geen verschillen.

Uit de tabel volgt de rente die kan worden toegerekend aan de investeringen. Indien het verschil tussen de geraamde en de werkelijke rentelasten groter is dan 25%, moeten de werkelijke rentelasten geheel worden doorberekend aan de taakvelden. Als gevolg van de lagere rentelasten en hogere rentebaten is dat voor 2024 het geval. Het geraamde rentepercentage in de Begroting 2024 bedroeg 1,5% en het werkelijke rentepercentage over 2024 bedraagt 0,33%. Hierdoor is er in de Jaarrekening 2024 per saldo (door afronding) slechts een klein negatief renteresultaat van 1.434. Dit is onttrokken aan de egalisatiereserve rente.

Top