2.3.3 Beleidsnota wegbeheer

In de gemeenteraadsvergadering van 5 juni 2021 is het beleid voor de jaren 2022 tot en met 2026 vastgesteld. Voor het opstellen van het plan zijn eind 2020-begin 2021 wegeninspecties uitgevoerd. Het uitvoeringsplan 2024 en verder is op basis van de wegeninspectie 2023 aangepast. Met het vaststellen van het huidige beleidsplan is er gekozen voor een kwaliteitsmodel, waarbij op basis van de ernst en omvang de reparaties, onderhoud en reconstructies aan verhardingen worden uitgevoerd en er dus geen prioriteitsstelling wordt aangehouden voor bepaalde wegen. De ondergrens voor het onderhoudsniveau van alle verhardingen is C-kwaliteit, zoals vastgesteld door het CROW (het kenniscentrum voor regelgeving beheer en onderhoud van verhardingen). Bij het vaststellen van het beleidsplan werd toen niet uitgegaan van extra investeren op trottoirs en fietspaden. Echter, aanvullend op het collegewerkprogramma 2022-2026 en op basis van de wegeninspectie begin 2023 is er in de raadsvergadering van 13 juli 2023 besloten om toch extra middelen beschikbaar te stellen voor het verhogen van het onderhoudsniveau op trottoirs, voet- en fietspaden naar B-kwaliteit. In 2024 wordt er begonnen met de eerste werkzaamheden voor het verhogen van de kwaliteit. In 2025 worden deze werkzaamheden afgerond, waarbij er dan in de komende jaren nog wel extra budget is voor het op peil houden van dit kwaliteitsniveau. 

In het huidige beleid wordt ingegaan op de aanpak van klein onderhoud op wegen (met name op elementenverhardingen), waardoor groot onderhoud en mogelijk ook investeringen worden uitgesteld.

We zitten momenteel in de jaren 3-4-5 van het wegenplan. In deze jaren komt het vaker voor dat na inspectie overgegaan wordt van groot onderhoud uitvoeren, naar reconstrueren van wegen. In de voorziening van het achterstallig onderhoud zien we enige onderuitputting. Aan het einde van het jaar volgt een nieuwe inspectie waarna we verder kunnen analyseren welke wegen aan achterstallig onderhoud lijden.

Top