Rentelasten en renteresultaat

Vanaf de Begroting 2018 en de Jaarrekening 2018 wordt het renteresultaat opgenomen in deze paragraaf. Onderstaande tabel geeft zowel het begrote als het gerealiseerde renteresultaat weer (x 1.000). In de laatste kolom is ter informatie het verschil opgenomen.

Renteresultaat

Primaire begroting 2018

Realisatie 2018

Verschil

a Externe rentelasten over korte en lange financiering

1.068

1.078

-9

b Externe rentebaten

132

131

-1

Saldo rentelasten en rentebaten

936

947

-11

c Toerekening bijzondere rentes:

c1 Grondexploitaties (+)

122

104

-18

c2 Gemeentehuis (+)

389

389

0

c3 Rentebaten verstrekte geldleningen (projecfinanciering) (-)

0

0

0

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

511

493

-18

Saldo

425

454

-29

d1 Rente eigen vermogen

0

0

0

d2 Rente over voorzieningen met contante waarde

0

0

0

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

425

454

-29

e De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

657

454

-203

Renteresultaat taakveld Treasury

231

0

-231

In dit schema komen twee bijzondere rentes voor. Aan de grondexploitaties wordt een rente doorbelast die is gebaseerd op de gemiddelde rente over de externe financiering in de verhouding van het vreemd vermogen tot het totale vermogen. Deze rentetoerekening sluit aan bij de toegestane rentetoerekening volgens de Wet op de vennootschapsbelasting. Op grond van de cijfers uit de Jaarrekening 2018 levert dit een toegerekend percentage op van 0,93%.

De tweede uitzondering betreft de lening voor de vervaardiging van het gemeentehuis aan de Parklaan in Oudenbosch. In 2008 is hiervoor een aparte geldlening aangegaan. Conform de regelgeving voor de rentetoerekening dient projectfinanciering rechtstreeks toegerekend te worden aan de betreffende activiteit. De rentelasten van deze lening zijn dan ook toegerekend aan het taakveld Overhead (huisvesting).

De overblijvende rentelasten en –baten van de integrale financiering zijn opgenomen in de renteomslag. Op grond hiervan is in de begroting een afgeronde rente van 1% toegerekend aan de investeringen. Als de werkelijke rentelasten niet meer dan 25% afwijken van de geraamde rentelasten mag dit percentage ook gebruikt worden bij de jaarrekening. Het percentage van de werkelijke rentelasten kwam uit op 0,7%. Hiermee is de afwijking groter dan de toegestane 25%. Als gevolg hiervan zijn de werkelijke rentelasten doorberekend. Daardoor is er in de Jaarrekening geen renteresultaat (alle rentelasten zijn doorbelast).

Top