2.4.2 Renteschema en renteresultaat
Onderstaande tabel geeft zowel het begrote als het gerealiseerde renteresultaat weer (x € 1.000). In de laatste kolom is ter informatie het verschil opgenomen.
Renteresultaat | Primaire begroting 2021 | Realisatie 2021 | Verschil |
---|
a Externe rentelasten over korte en lange financiering | 907 | 812 | 95 |
b Externe rentebaten | 63 | 88 | 25 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 844 | 725 | 119 |
| | | |
c Toerekening bijzondere rentes: | | | |
c1 Grondexploitaties (+) | 91 | 86 | 5 |
c2 Gemeentehuis (+) | 376 | 376 | 0 |
c3 Marklandcollege (+) | 0 | 7 | -7 |
c4 Rentebaten verstrekte geldleningen (projectfinanciering) (-) | 0 | 0 | 0 |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 467 | 469 | -2 |
| | | |
Saldo | 377 | 256 | 121 |
| | | |
d1 Rente eigen vermogen | 0 | 0 | 0 |
d2 Rente over voorzieningen met contante waarde | 0 | 0 | 0 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 377 | 256 | 121 |
| | | |
e De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | 332 | 315 | 17 |
Renteresultaat taakveld Treasury | -45 | 59 | -104 |
Korte toelichting op de verschillen:
- Externe rentelasten: bij het opstellen van de begroting 2021 was de verwachting dat er nog voor € 21,9 miljoen geleend moest worden in 2021. In werkelijkheid is er voor € 7,6 miljoen geleend tegen een lager rentetarief dan geraamd. Hierdoor waren de rentelasten ca. € 95.000 lager.;
- Externe rentebaten: in 2021 was er nog sprake van een situatie waarbij rente wordt ontvangen op kortlopende geldleningen in plaats van dat rente moet worden betaald. Gezien de onzekerheid op de kapitaalmarkt wordt deze rente veiligheidshalve niet geraamd. Voor de zes kortlopende leningen is ca. € 25.000 ontvangen. De rest van het verschil wodt veroorzaakt door de andere verstrekte geldleningen;
- Bijzondere rentes:
- Rente grondexploitaties: aan de grondexploitaties wordt een rente doorbelast die is gebaseerd op de gemiddelde rente over de externe financiering in de verhouding van het vreemd vermogen en het totale vermogen. Deze rentetoerekening sluit aan bij de toegestane rentetoerekening volgens de Wet op de vennootschapsbelasting. Op grond van de cijfers uit de jaarrekening 2021 levert dit een toegerekend rentepercentage op van 0,67% (de raming was 0,77%). Hoewel de boekwaarde van de grondexploitaties weliswaar wat hoger was dan geraamd, is er door het lagere gemiddelde rentepercentage minder rente toegerekend aan de grondexploitaties;
- Rente gemeentehuis: in 2008 is voor de vervaardiging van het gemeentehuis aan de Parklaan een aparte geldlening aangegaan. Conform de regelgeving wordt projectfinanciering rechtstreeks toegerekend aan de betreffende activiteit. De volledige rentelasten van deze lening zijn dan ook toegerekend aan het taakveld Overhead (huisvesting);
- Rente Marklandcollege: in 2021 is voor dit project eveneens projectfinanciering toegepast. Bij het opstellen van de begroting 2021 was er nog geen lening aangetrokken, maar dat is in 2021 wel gebeurd. Aan het taakveld Huisvesting voortgezet onderwijs is daarom € 6.688 aan rente toegerekend.
De overige verschillen vloeien voort uit de berekeningen in de tabel.
Uit de tabel volgt de rente die kan worden toegerekend aan de investeringen. Indien het verschil tussen de geraamde en de werkelijke rentelasten groter is dan 25%, moeten de werkelijke rentelasten geheel worden doorberekend aan de taakvelden. Dat is niet het geval, zodat het geraamde rentepercentage van 0,5% over de boekwaarde per 1 januari ook in de jaarrekening kon worden toegepast. Het werkelijke rentepercentage was ca. 0,41% en derhalve is er in de jaarrekening sprake van een positief renteresultaat van € 58.860. Dit is toegevoegd aan de egalisatiereserve rente.