Op 1 januari 2008 is de Wet gemeentelijke watertaken in werking getreden. Deze wet regelt dat naast de kosten voor afvoer en verwerking van afvalwater ook de kosten voor afvoer van hemelwater via de verbrede rioolheffing verhaald kunnen worden. Daarnaast is het mogelijk om kosten voor voorzieningen die verband houden met het grondwaterpeil ook via de verbrede rioolheffing te verhalen. De verwachte kosten liggen vast in het in Gemeentelijk Waterprogramma 2024-2027 dat in september 2023 door de gemeenteraad is vastgesteld. Op basis van de kosten van het GWP voor het jaar 2024 zijn, uitgaande van 100% kostendekkendheid, de tarieven voor de rioolheffing berekend.

Bij het bepalen van de rioolheffing is de methodiek van éénpersoons- en meerpersoonshuishoudens van toepassing. Bedrijven betalen tot een afname van 500 m³ het meerpersoonstarief. Bedrijven die meer dan 500m³ water afnemen worden gezien als grootverbruikers en betalen naast het meerpersoonstarief vanaf 501m³ een extra bedrag per m³.

Bij de raming van de rioolheffing zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • er wordt uitgegaan van 100% kostendekkendheid;

  • de compensabele BTW is in de tarieven van de rioolheffing doorberekend;

  • bij de ontwikkeling van de lasten is uitgegaan van een inflatiepercentage van 3%;

  • in 2025 wordt een onttrekking aan de voorziening overschotten riolering gedaan van 195.290 om de tariefstijging van de rioolheffing, en daarmee ook de stijging van de totale lastendruk, te beperken. Deze voorziening is in de afgelopen jaren opgebouwd uit overschotten op de rioolheffing en vrijval van de spaarvoorziening en voorziening kapitaallasten, zoals opgenomen in het nieuwe GWP. Met het inzetten van de voorziening om de tariefstijging te beperking, worden deze middelen teruggegeven aan de inwoners. Ook voor 2026 en 2027 wordt de voorziening ingezet om de tariefstijging te beperken. Voor 2028 is geen onttrekking uit de voorziening overschotten meer opgenomen;

  • bij de opstelling van de jaarrekening wordt het verschil tussen de werkelijke baten en lasten verbonden aan de rioolheffing, verrekend met de voorziening overschotten riolering.

Kosten die verbonden zijn aan de rioolheffing

Bij het berekenen van het tarief voor de rioolheffing worden diverse kosten meegenomen. Allereerst vanzelfsprekend de directe kosten die verbonden zijn aan het beheer van de riolering. U dient hierbij te denken aan het reinigen van de riolering, energielasten voor het gebruik van de gemalen en onderzoekskosten aan het rioolsysteem en de waterketen. Een ander onderdeel wat een flinke bijdrage levert aan de kosten betreft de kapitaallasten die verbonden zijn aan de investeringen in de riolering. Verleende kwijtscheldingen worden voor 45% meegenomen in de heffing, aangezien het aandeel rioolheffing hierin ongeveer dit percentage bedraagt. Het vegen van de straten wordt voor 50% meegenomen in de heffing. Het voorkomen dat zwerfvuil en bladafval in het riool terecht komt, zorgt ervoor dat er minder kosten uitgegeven hoeven te worden aan het beheer. Een percentage van 50% wordt redelijk geacht voor dit aandeel. Voor de toerekening van de kosten van de overhead is een berekening uitgevoerd zoals aangegeven bij de algemene uitgangspunten voor de toerekening van indirecte kosten. Het percentage van de overheadkosten dat toegerekend is aan deze heffing bedraagt 4,28% en in lijn met de voorgaande jaren.

Rioolheffing

2024

2025

Verschil

Eenpersoonshuishouden *

185,76

191,76

3,2%

Meerpersoonshuishouden *

247,80

255,72

3,2%

Bedrijven tot 500 m3 *

247,80

255,72

3,2%

Grootverbruik per m3 vanaf per 501 m3

0,30

0,31

3,3%

* Bij de bepaling van de tarieven is rekening gehouden met het feit dat de bedragen deelbaar moeten zijn door 12. Dit in verband met de maandelijkse verrekening van aanslagen wegens vestiging of vertrek van personen.

Opbrengst rioolheffing in 2025

De totale inkomsten uit de rioolheffing zijn geraamd op ca. 3.442.000. Bij de vaststelling van de jaarrekening wordt het verschil tussen de werkelijke baten en lasten die verbonden zijn aan de rioolheffing, verrekend met de voorziening overschotten riolering. Op begrotingsbasis worden de tarieven voor de rioolheffing berekend op basis van 100% kostendekkendheid. Aan het eind van het begrotingsjaar wordt bij het opstellen van de jaarrekening bepaald wat uiteindelijk het verschil is tussen de begroting en de werkelijke lasten en baten. Dit verschil, dat zowel positief als negatief kan zijn, wordt verrekend met de voorziening overschotten riolering. Voordelen worden in deze voorziening gestort en nadelen worden uit de voorziening onttrokken.

Top